support Casper
 
COMPETITIESTAND
      w g v p
1 WII 30 19 6 5 63
2 RJC 30 16 10 4 58
3 GRO 30 17 6 7 57
4 ADO 31 15 10 6 55
5 DOR 31 14 12 5 54
6 GRA 31 16 4 11 52
7 NAC 30 14 7 9 49
8 JAZ 31 13 7 11 46
9 VVV 30 11 9 10 42
10 EMM 30 12 6 12 42
11 HEL 31 11 8 12 41
12 CAM 30 11 6 13 39
13 EIN 31 8 14 9 38
14 MVV 30 10 7 13 37
15 JAJ 31 9 9 13 36
16 TOP 31 9 2 20 29
17 JPS 31 7 7 17 28
18 TEL 30 7 6 17 27
19 DBO 30 5 8 17 23
20 JUT 31 5 8 18 23
Prediction League
predictionleague
Bron van dit artikel
Algemeen Dagblad (oud)

Datum plaatsing: 03-01-1972 12:21:00

FC Den Haag - AJAX in twee minuten beslist


Onnavolgbaar doelpunt van Johan Cruyff

De manier waarop Ajax zich in luttele minuten van tegenstander FC Den Haag distantieerde, kenmerkte (opnieuw) het meesterschap van Stefan Kovacs keurkorps.


door Peter van Putten


HOGERE SFEREN
Want de Haagse formatie mocht dan na de eerste helft van het aantrekkelijke duel in het Zuiderpark door een voorsprong van 1—0 in hogere sferen vertoeven; toen Ajax even aanzette, was de werkelijkheid weer daar.


In twee minuten wijzigden Piet Keizer en Johan Cruyff (met een weergaloos doelpunt) de score, die Paul Roodnat had open gebroken. En dat betekende dat de Amsterdammers voor de zeventiende maal in deze competitie op een overwinning afstevenden.

ONZEKER
De marge van 2-1 stemde Kovacs tot diepe tevredenheid. "Omdat”, zei hij, "we twee weken min of meer vakantie hebben gehad, was ik toch een beetje onzeker. Want in iedere wedstrijd wordt er op Ajax fel gejaagd. Dat verlangt een groot incasseringsvermogen.” Vandaar dat Kovacs zijn spelers in de eerste helft een afwachtende houding had voorgeschreven. De reden: "Testen of er door die vakantiepauze niet teveel kracht verloren was gegaan. Zelfs een ploeg als Ajax kan dat overkomen.” Misschien heeft het daar een tijdje op geleken. FC Den Haag pakte de zaken onstuimig aan en verzekerde zich van een overwicht. Met Joop Koorevaar als een veelvuldig storende spits en het zwoegende middenrif Advocaat—Berg—Roggeveen kon Ajax zich niet veroorloven louter op routine te spelen. Met name Harald Berg creeerde verschillende goede openingen, maar Roodnat en de jonge Hans van Eeden (zeer talentvol overigens) moesten het in de persoonlijke duels met Suurbier en Krol vaak laten afweten. Korevaar was weliswaar erg lastig voor Barry Hulshoff, maar niet beweeglijk genoeg om werkelijk gevaarlijk te zijn.


OVERWICHT
Het Haagse overwicht sorteerv' de daarom niet het effect dat trainer Vaclav Jezek had beoogd. Nietemin werd het vijf minuten voor het einde van de eerste helft beloond. Na een hoge voorzet van centrale verdediger Piet de Zoete worstelde Roodnat

zich door de Amsterdamse defensie en scoorde. Met de aantekening dat na zijn schot de bal van richting werd veranderd door Blankenburg en daardoor voor Heinz Stuy onbereikbaar was. Prompt koos Jezek voor zekerheid. Linkerverdediger De Caluwé maakte plaats voor Kees Weimar, Korevaar ging terug naar de verdediging en Sjaak Roggeveen nam zijn plaats in de spits van de aanval over. Mutaties die in de tweede helft minder gelukkig bleken. Af gezien van het feit dat FC Den Haag duidelijk teveel energie had verbruikt, kwam Weimar als bewaker van Cruyff (in het verleden maakte hij daar wel eens een glansrol van) in ernstige moeilijkheden. En Roggeveen was evenmin succesvol in zijn pogingen Hulshoff te vermurwen. Ajax sloeg toen razendsnel toe. "Want”, verklaarde Kovacs later,” na de eerste helft moest er even versneld worden. Dé manier om een tegenstander die al veel gegeven heeft te overbluffen.” Dat gebeurde in de vierde en zesde minuut. Piet Keizer schoof de bal achter doelman Ton Thie nadat Arie Haan hem (op het randje van buitenspel) moeiteloos had bediend. Twee minuten daarna zorgde Cruyff voor een verrukkelijk moment.


ONNAVOLGBAAR
Op links ontdeed hij zich onnavolgbaar van Weimar en passeerde Thie met een prachtige lob. Het moment dat FC Den Haag zijn meerdere had gevonden, was toen aangebroken. Hoewel Advocaat nog een ideale scoringskans kreeg (hij kon vlak voor Stuy geen kracht achter een schot zetten), maakte Ajax verder de dienst uit. Weimar en Wijngaarde werden sufgedraaid door Europa’s beste

voetballer Johan Cruyff. Op het middenveld waren Mühren en Haan amper meer af te stoppen en kreeg Neeskens steeds meer vat op Harald Berg. De Amsterdamse formatie was nog tweemaal dicht bij een treffer. Nadat Cruyff rechterverdediger Thijs Wijngaarde weer eens voor schut had gezet en "krom” voorzette, kopte Swart tegen de lat. Ook Barry Hulshoff was zo ongelukkig toen een inzet van hem voor Thie onbereikbaar was maar de lat schampte.