support Casper
 
COMPETITIESTAND
      w g v p
1 WII 35 22 8 5 74
2 RJC 35 20 11 4 71
3 GRO 35 21 7 7 70
4 DOR 35 18 12 5 66
5 ADO 35 16 11 8 59
6 GRA 35 18 5 12 59
7 JAZ 35 15 7 13 52
8 NAC 35 14 9 12 51
9 MVV 35 14 8 13 50
10 EMM 35 14 6 15 48
11 HEL 35 13 8 14 47
12 CAM 35 13 6 16 45
13 VVV 35 12 9 14 45
14 JAJ 35 10 9 16 39
15 EIN 35 8 15 12 39
16 JPS 35 9 7 19 34
17 TEL 35 9 6 20 33
18 TOP 35 10 2 23 32
19 DBO 35 7 9 19 30
20 JUT 35 5 9 21 24
Prediction League
predictionleague
Bron van dit artikel
De Residentiebode

Datum plaatsing: 13-10-1941 12:00:00

Ruime winst ADO bij Xerxes 3-5


Er stond blijdschap te lezen op de gezichten van het kleine legertje AD.O.-supporters, dat na afloop van den strijd tegen Xerxianen met de rood-groene vlag voorop D.P.-waarts marcheerde.


De kostbare buit was binnen; de zware Rotterdamsche robber tegen veler verwachting in een zoeten winst voor het Haagje geeindlgd. En voor pos was het een kostelijkegedachte eens een keer gelijk te krijgen met een voorspelling: een kleine AD.O.-zege hadden wij in onze voorbeschouwing geprofeteerd en dat is het geworden Het is geen heroïsche strijd geweest, zoo een van den ouden stempel, doch er waren wel enkele momenten, die een prikkel in het bloed gaven en dat vergoedde veel, want het stil zitten werd op den duur koeltjes.

Deze dag werd voor Xerxes een groot fiasco. Bar en bar Is de Rotterdamsche zebra-ploeg ons tegengevallen en dat is niet in hoofdzaak de schuld van spil de Leeuw, een Invaller voor Fontein, want ook Lagendaal, de groote man, was de matigheid zelve, terwijl het restant van de ploeg, behoudens doelman v. d. Peppel en linksback Louwe, al een even miserabel figuur sloeg.

De Xerxes-doelman trok zich van de heele santekraam weinig aan, verkeerde In een bovenstebeste bui en veegde met een bewonderenswaardige bravour ettelijke malen zijn kluis schoon. En Kas Louwe had al eveneens maling aan.het slappe gedoe van zijn collega's en trapte, ruimde op, stopte Haagsche stormloopen met een lachend gezicht tot het bittere einde. Dat waren de eenlge lichtpunten In de Rotterdamsche ploeg. Het heeft verder weinig zin om nog regels te wijden aan het spel der Lagendaal-trawanten. Het was alleen een onvergetelijke fout om steeds op den Rotterdamschen politie-lnspecteur te spelen, die een slechten dag had, geen raad met den bal wist en die bovendien nog uit den aard der zaak stevig bewaakt werd. Het eenlge wat Lagendaal gepresteerd heeft, waren twee van de drie tegenpunten, alle- van goede kwaliteit, maar dat was dan ook alles.

Dan speelde A.D.O. - we blijven onpartijdig- een geheel ander spelletje: heerlijk vlot, vooral in de eerste helft, gemakkelijke combinaties, al met al het bekende leien dakje. Voor de rust voetbalde ook slechts één ploeg en dat was A.D.O. Xerxes werd gewoonweg aan den Haagschen laars gelapt en dat bij de rust het bordje „vier" aan de houten stellage prijkte was hoofdzakelijk te danken aan de edele stopkunst van de reeds eerder geprezen Xerxes-doelman. Lagendaal en zijn mannen kwamen er niet aan te pas en het was een zeker geluk, een nonchalanche van de verdediging, dat de Rotterdamsche kogelaar even voor de rust met een draaibeweglng van het been langs cipier Choufoer kon uitslingeren en voordat doelman Koek realiseerde wat er aan het handje was, lag de knikker achter hem, een krachtig doelpunt.

Een trapsgewijze, beschouwing over het voormalige Haagsche kampioensteam voert ons allereerst naar de aanvalslinie. Vreeken en Neutenboom, de beide buitenmannetjes, waren zooals men van oude bekenden verwacht dus goed. De Heer muntte weer uit in zijn zwerversrol, wandelde soms moedersiel over de vettige klei en dook op plaatsen op waar men juist geen linksbinnen zou verwachten, altijd een onverwachte verrassing. De knaap valt bijna niet op, doch dat is slechts bescheidenheid, hij verdient heusch wel een blaadje van den lauwertak.
De gebroeders Eversteyn waren de beulen, die het vonnis in daden d.w.s. doelpunten omzetten. Drie kogels van den voet van P. Eversteyn waren raak en een schot van J. Eversteyn trof de roos.

De man, die de plaats van Westhoven heeft ingenomen, moet echter niet het doelpunt-alleenrecht opeischen, daarop leek het vaak een tikje en door dat Individueele spel waren er eenlge kansen, die den traditioneelen zeepkant uitgingen, zooals b.v. de voorzet van Neutenboom even voor net einde, die P. Eversteyn alleen maar een duwtje had te geven en dan langs den doelman en niet uitgerekend in diens klemvaste knuisten: dat doe je niet als eerste-klasser op een kwart meter afstand.....!

De middenlinie kan op een besten dag terugzien. Wat een voortreffelijke spil is Van Kampen toch, die schier elke ultvalspoglng van Xerxes uiteen rafelde. Ben Tap was de oude, witharige terriër, de meest harde zwoeger, terwijl ook Loof aan de  andere zijde uit soortgelijk hout gesneden was. De achterhoede verkeerde in den gebruikelijken vorm, een stevig trio met doelman Koek als de ballen-illuslonist. Hij kan het je soms erg benauwd maken en dan te zien hoe hij het 'm toch lapt! Daar was b.v. dat razende bllksemschot van Lagendaal voor de rust op drie meter schuins voor de A.D.O.-veste, dat Koek beslist warme handjes bezorgd heeft, maar hij hield den kogel toch maar.

Tot slot nog een kort schema over het wedstrtjdverloop. Zooals gezegd miste Xerxes spil Fontein en dat was een groote handicap, want de invaller De Leeuw had geen grijntje kijk op het vaak geraffineerde samenspel van de A.D.O.-voorhoede. Steeds was er een open gat Voor de verdediging van Xerxes en daardoor kreeg deze linie een te moeilijke taak. Na 20 minuten nam A.D.O. de leiding, toen P. Eversteyn, een voorzet van Neutenboom benutte (0-1). Een handsovertreding ontging den scheidsrechter en toen was het voor Neuteboom heel gemakkelijk er 0-2 van te maken. Nummero drie volgde dra en fouten van den invaller De Leeuw waren oorzaak, dat P. Eversteyn den stand op 0-4 kon brengen. Xerxes veranderde toen haar opstelling, hetgeen een matige verbetering was. Nog voor de rust verkleinde Lagendaal met een hard schot den achterstand (1-4). Direct na de hervatting maakte J. Eversteyn er 1-5 van. Toen nam Xerxes een oogenbllk het spel in handen en het waren de Wolf met een schot en Lagendaal met een moolen kopbal, die den achterstand tot 3-5 terugbrachten.Ruimer winst ADO bij Xerxes 3—5

Er stond blijdschap te lezen op de gezichten van het kleine legertje AD.O.-supporters, dat na afloop van den strijd tegen Xerxlanen met de rood-groene vlag voorop D.P.-waarts marcheerde.

De kostbare buit was binnen; de zware Rotterdamsche robber tegen veler verwachting in een zoeten winst voor het Haagje geeindlgd. En voor pos was het een kostelijkegedachte eens een keer gelijk te krijgen met een voorspelling: een kleine AD.O.-zege hadden wij in onze voorbeschouwing geprofeteerd en dat is het geworden Het is geen heroïsche strijd geweest, zoo een van den ouden stempel, doch er waren wel enkele momenten, die een prikkel in het bloed gaven en dat vergoedde veel, want het stil zitten werd op den duur koeltjes.

Deze dag werd voor Xerxes een groot fiasco. Bar en bar Is de Rotterdamsche zebra-ploeg ons tegengevallen en dat is niet in hoofdzaak de schuld van spil de Leeuw, een Invaller voor Fontein, want ook Lagendaal, de groote man, was de matigheid zelve, terwijl het restant van de ploeg, behoudens doelman v. d. Peppel en linksback Louwe, al een even miserabel figuur sloeg.

De Xerxes-doelman trok zich van de heele santekraam weinig aan, verkeerde In een bovenstebeste bui en veegde met een bewonderenswaardige bravour ettelijke malen zijn kluis schoon. En Kas Louwe had al eveneens maling aan.het slappe gedoe van zijn collega's en trapte, ruimde op, stopte Haagsche stormloopen met een lachend gezicht tot het bittere einde. Dat waren de eenlge lichtpunten In de Rotterdamsche ploeg. Het heeft verder weinig zin om nog regels te wijden aan het spel der Lagendaal-trawanten. Het was alleen een onvergetelijke fout om steeds op den Rotterdamschen politie-lnspecteur te spelen, die een slechten dag had, geen raad met den bal wist en die bovendien nog uit den aard der zaak stevig bewaakt werd. Het eenlge wat Lagendaal gepresteerd heeft, waren twee van de drie tegenpunten, alle- van goede kwaliteit, maar dat was dan ook alles.

Dan speelde A.D.O. - we blijven onpartijdig- een geheel ander spelletje: heerlijk vlot, vooral in de eerste helft, gemakkelijke combinaties, al met al het bekende leien dakje. Voor de rust voetbalde ook slechts één ploeg en dat was A.D.O. Xerxes werd gewoonweg aan den Haagschen laars gelapt en dat bij de rust het bordje „vier" aan de houten stellage prijkte was hoofdzakelijk te danken aan de edele stopkunst van de reeds eerder geprezen Xerxes-doelman. Lagendaal en zijn mannen kwamen er niet aan te pas en het was een zeker geluk, een nonchalanche van de verdediging, dat de Rotterdamsche kogelaar even voor de rust met een draaibeweglng van het been langs cipier Choufoer kon uitslingeren en voordat doelman Koek realiseerde wat er aan het handje was, lag de knikker achter hem, een krachtig doelpunt.

Een trapsgewijze, beschouwing over het voormalige Haagsche kampioensteam voert ons allereerst naar de aanvalslinie. Vreeken en Neutenboom, de beide buitenmannetjes, waren zooals men van oude bekenden verwacht dus goed. De Heer muntte weer uit in zijn zwerversrol, wandelde soms moedersiel over de vettige klei en dook op plaatsen op waar men juist geen linksbinnen zou verwachten, altijd een onverwachte verrassing. De knaap valt bijna niet op, doch dat is slechts bescheidenheid, hij verdient heusch wel een blaadje van den lauwertak.
De gebroeders Eversteyn waren de beulen, die het vonnis in daden d.w.s. doelpunten omzetten. Drie kogels van den voet van P. Eversteyn waren raak en een schot van J. Eversteyn trof de roos.

De man, die de plaats van Westhoven heeft ingenomen, moet echter niet het doelpunt-alleenrecht opeischen, daarop leek het vaak een tikje en door dat Individueele spel waren er eenlge kansen, die den traditioneelen zeepkant uitgingen, zooals b.v. de voorzet van Neutenboom even voor net einde, die P. Eversteyn alleen maar een duwtje had te geven en dan langs den doelman en niet uitgerekend in diens klemvaste knuisten: dat doe je niet als eerste-klasser op een kwart meter afstand.....!

De middenlinie kan op een besten dag terugzien. Wat een voortreffelijke spil is Van Kampen toch, die schier elke ultvalspoglng van Xerxes uiteen rafelde. Ben Tap was de oude, witharige terriër, de meest harde zwoeger, terwijl ook Loof aan de  andere zijde uit soortgelijk hout gesneden was. De achterhoede verkeerde in den gebruikelijken vorm, een stevig trio met doelman Koek als de ballen-illuslonist. Hij kan het je soms erg benauwd maken en dan te zien hoe hij het 'm toch lapt! Daar was b.v. dat razende bllksemschot van Lagendaal voor de rust op drie meter schuins voor de A.D.O.-veste, dat Koek beslist warme handjes bezorgd heeft, maar hij hield den kogel toch maar.

Tot slot nog een kort schema over het wedstrtjdverloop. Zooals gezegd miste Xerxes spil Fontein en dat was een groote handicap, want de invaller De Leeuw had geen grijntje kijk op het vaak geraffineerde samenspel van de A.D.O.-voorhoede. Steeds was er een open gat Voor de verdediging van Xerxes en daardoor kreeg deze linie een te moeilijke taak. Na 20 minuten nam A.D.O. de leiding, toen P. Eversteyn, een voorzet van Neutenboom benutte (0-1). Een handsovertreding ontging den scheidsrechter en toen was het voor Neuteboom heel gemakkelijk er 0-2 van te maken. Nummero drie volgde dra en fouten van den invaller De Leeuw waren oorzaak, dat P. Eversteyn den stand op 0-4 kon brengen. Xerxes veranderde toen haar opstelling, hetgeen een matige verbetering was. Nog voor de rust verkleinde Lagendaal met een hard schot den achterstand (1-4). Direct na de hervatting maakte J. Eversteyn er 1-5 van. Toen nam Xerxes een oogenbllk het spel in handen en het waren de Wolf met een schot en Lagendaal met een moolen kopbal, die den achterstand tot 3-5 terugbrachten.