support Casper
 
COMPETITIESTAND
      w g v p
1 WII 34 22 7 5 73
2 RJC 34 20 10 4 70
3 GRO 34 20 7 7 67
4 DOR 34 17 12 5 63
5 ADO 34 16 10 8 58
6 GRA 34 18 4 12 58
7 NAC 34 14 8 12 50
8 MVV 34 14 7 13 49
9 JAZ 34 14 7 13 49
10 CAM 34 13 6 15 45
11 VVV 34 12 9 13 45
12 EMM 34 13 6 15 45
13 HEL 34 12 8 14 44
14 JAJ 34 10 9 15 39
15 EIN 34 8 14 12 38
16 TEL 34 9 6 19 33
17 TOP 34 10 2 22 32
18 JPS 34 8 7 19 31
19 DBO 34 7 8 19 29
20 JUT 34 5 9 20 24
Prediction League
predictionleague
Bron van dit artikel
AD Haagsche Courant

Datum plaatsing: 22-02-2020 09:40:00

'Juist nu heeft ADO clubliefde nodig'


Helft van de hagenaars kan het weinig schelen dat degradatie dreigt


door Maaike Kraaijeveld
 
 
Juist nu ADO Den Haag op verzuipen staat in de eredivisie is de clubliefde van de hele stad nodig. Maar de helft van Den Haag kan het niets schelen. Terwijl een profclub overal een gezamenlijk gevoel van trots geeft, lukt dat in Den Haag niet. Wéér die verdomde verdeelde stad.
 
 
Zelfs ras-Hagenees Sjaak Bral kent heel veel Hagenezen die nog nooit in het ADO Den Haag stadion - pardon, Car Jeans stadion - zijn geweest. "Onverteerbaar. Maar waar."
 
Neem vroeger. Toen het stadion nog in het Zuiderpark stond. Midden in het hart van de aanhang. Op het laatst hingen de tribunes nog met paperclips en touwtjes aan elkaar. Maar wat een adrenaline tijdens het lopen naar het stadion over de Loevesteinlaan. IJzige wind recht op je plaat. Van verre het lijflied 'Oh, oh, Den Haag'.
 
ADO Den Haag werd in die periode zelfs cult bij de andere inwoners van Den Haag: de Hagenaars. Advocaten, hoge ambtenaren en andere witte boorden. Stonden ze met hun groen-gele sjaaltjes. Op de Zuid-tribune. Tegenover Midden-Noord, het echte werk. Stond wel koket om maandagochtend bij de koffieautomaat te zeggen dat je het weekend bij ADO was.
Échte supporters eten en drinken ADO, zegt Frank van Eekeren. Hij is lector 'Impact of Sport' op de Haagse Hogeschool en doet al jaren onderzoek naar liefde voor profclubs. "Je wisselt makkelijker van baan en van vrouw dan van club", zegt hij.
 
Nog los van de heilzame en belangrijke verbinding die één club, één trots heeft op de inwoners van de stad waarin die club speelt. Zoals in Rotterdam. Waar ze verdorie drie clubs hebben die goed tot best wel goed lopen en 'wij' er in Den Haag nog niet eens één op de been kunnen houden.
 
Voor de één eeuwige liefde, voor de ander een proletenclub. Ook al wordt dat nergens hardop uitgesproken. Want het beeld bij ADO zelf is dat er zowel Hagenezen als Hagenaars komen.
 
 
Reanimeren
Van Eekeren constateert ook dat de liefde voor ADO bij een groot deel van de stad is bekoeld. "Maar die liefde is nog wel te reanimeren'', is zijn stellige overtuiging. Die hartmassage zal wel door de club zelf moeten worden ingezet, zegt hij. Ook supporters, buitenstaanders, experts en gewone Hagenaars en Hagenezen die voor dit verhaal zijn gesproken, vinden dat.
Eerst de constatering dat ADO Den Haag is losgezongen van de stad als geheel. Want even de feiten op een rijtje: ADO Den Haag heeft een omvangrijke, bloedfanatieke en hondstrouwe aanhang. Zelfs het D66-raadslid Daniël Scheper ziet tot zijn genoegen 'genoeg groen- gele shirtjes in Laak, Loosduinen en Rustenburg'.
 
 
Scheper was in 2017 voorstander van het teruggeven van het 'gouden aandeel' dat de gemeente in de club had. Omdat het waardeloos bleek te zijn. Er werd niet geluisterd door de eigenaar van de club. Precies het punt waarom Haagse beeldbepalende mensen er teleurgesteld weg zijn. Als laatste Kees Jansma.
 
Sjaak Bral vindt dat de club daarmee met de rug naar de stad staat. "Hoeveel moois er ook wordt verricht met de maatschappelijke activiteiten van de club, het wordt in de stad niet zo gevoeld."
 
In een stad waarin de liefde voor een Turkse club als Galatasaray of de Marokkaanse competitie wel fanatiek bloeit. Omdat die met je wortels te maken hebben. "Vaak staat ADO bij die fans wel op de twééde plaats'', weet Van Eekeren.
Om op één te kunnen komen moeten meer Hagenaars zich met de club kunnen identificeren. "ADO moet veel zichtbaarder worden. Ga weer in het Zuiderpark trainen", beveelt hij aan. "Laat de jeugdopleiding ook vaker trainen en zien in de wijken waar de spelertjes vandaan komen zodat ze op die manier rolmodellen kunnen zijn voor anderen."
 
 
Andere leefwereld
Terwijl er ook amateurvoetbalclubs op het zand zijn, zoals Quick, waarvan de talentjes juist níet naar ADO gaan. Vanwege de cultuur bij ADO. Of anders gezegd: de totaal andere leefwereld.
 
Ed Slier van de supporters fansite Northside.nl komt terug op het stadion. "Het klopt dat een deel van de ouwe garde niet tot zelden meer komt vanwege de ligging van het stadion. Degenen die wel komen, zoals ik, doen dat soms met frisse tegenzin."
Voor het beeld: het nieuwe stadion staat op een bedrijventerrein dat vóór de annexatie door Den Haag niet eens Haagse grond was. Tochtgat. Eén tram komt er: de Randstadrail en dan is het nog een kolere eind lopen naar het stadion. Het plein vóór het stadion mag dan 'Haags Kwartiertje' heten, het broodje-worst-tegen-de-kouwe-klauwen-gevoel ontbreekt.
 
 
Kidsclub
De ziel is eruit sinds het stadion is weggerukt uit de volkswijken waarin het ooit lag. Hoewel supporters dat beeld nuanceren. Slier: "In vergelijking met het Zuiderpark komen er nu veel meer supporters naar het stadion en dat is mede te danken aan het feit dat men zich veiliger voelt en de faciliteiten niet te vergelijken zijn met ons vertrouwde Zuiderparkstadion. Door de ligging en de promotie door de club in de regio Den Haag trekt dat nu nieuwe supporters aan uit de regio. Kijk naar wat nu de kidsclub is vergeleken met toen?''
 
 
Met name die kidsclub is van onschatbare waarde. Het is de nieuwe aanwas in supporters en mogelijk spelers. Daarom is het ook zo cruciaal dat ADO niet in de Keuken Kampioendivisie zakt. Dan kan Bral wel de lachers op zijn hand krijgen met 'we moeten als Den Haag gaan zorgen voor herrie in de keuken. Divisie'....
 
"Maar het is dodelijk voor het clubgevoel'', zegt Marco Esser. De nauw bij ADO betrokken directeur van The Hague & Partners, dat bezoekers en bedrijven naar de stad trekt, zegt dat 'we dan weer een hele generatie missen die binding heeft met de (top)club'. In dat verband kent hij ook de anekdote dat op speeldagen meer Hagenaars naar Rotterdam rijden dan naar Leidschenveen. "Iedereen wil zich identificeren met een grote club."
Reden te meer, vindt Esser, om 'nu allemaal naar het stadion te komen en de spelers vooruit te schreeuwen want niets verbindt meer dan samen juichen voor de club van je stad'. En dat is ook precies wat blijkt uit de onderzoeken van Van Eekeren.