Milan van Ewijk maakt bij ADO al snel een stukje van zijn droom waar

door Yorick Groeneweg

 

 

Milan van Ewijk is de positieve verrassing van de voorbereiding bij ADO Den Haag. De van Excelsior Maassluis overgekomen 18-jarige rechtsback verwondert zich ook zelf over zijn snelle aanpassing.

 

 

Bij ADO spreken ze van een rommelige voorbereiding, in hoeverre ben jij klaar voor de competitiestart zondag?

Milan van Ewijk: "Als ik speelminuten mag maken tegen FC Utrecht, ben ik er klaar voor. De eerste paar trainingen merkte ik wel echt een niveauverschil. Alles ging een stuk sneller. Balaannames moesten precies goed zijn, want meer tijd krijg je niet. Toch heb ik nog niet echt problemen gehad."

 

 

Heeft dat je verrast?

"Ik heb veel naar ADO gekeken en vroeg me af hoe het niveau was als ik er zelf zou spelen. Nu ervaar ik het. Dat was in het begin super spannend, maar ik heb het snel opgepakt. Ik heb na één van die eerste trainingen ook een compliment gekregen van assistent-trainer Edwin de Graaf. Hij zei dat het leek alsof ik hier al een jaar speel. Dat is natuurlijk goed om te horen, het gaf me zelfvertrouwen om nog meer te laten zien."

 

 

Hoe ben je bij ADO beland? Je naam viel bij veel meer clubs.

"Toen ik te horen kreeg dat ADO ook interesse had, deed me dat echt wel goed. Het streelde me, zo'n grote club. Het gevoel toen ik hier in het stadion stapte, was anders dan toen ik dat bij Sparta deed. Vitesse had ook interesse, net als Excelsior en PEC Zwolle. Ik denk niet dat ik daar zo'n vooruitgang kan boeken als hier. Dit is ook dicht bij huis, want ik kom uit Rotterdam. Het was voor mij ADO, Sparta of Excelsior en ik had hier het beste gevoel."

 

 

Vorig jaar speelde je nog in de tweede divisie, hoe overbrug je in een zomer twee niveaus?

"Het gaat snel. Vorig jaar kwam ik bij Excelsior Maassluis uit de jeugd bij het eerste. Van de 34 wedstrijden heb ik er 32 gespeeld en allemaal 90 minuten. Ik kan me snel aanpassen. Als dat ook in de eredivisie kan dan lijkt het alsof ik geen plafond heb op dit moment. Maar, ik zal me eerst moeten bewijzen."

 

 

Hoe doe je dat?

"Ik luister goed naar de aanwijzingen en werk hard. Bij de Feyenoord-jeugd werd ik weggestuurd door Edwin de Graaf. Dat heeft me in een dip gebracht, maar ik ben hard blijven werken om mijn droom waar te maken. Langzamerhand ging ik steeds een stapje naar voren en nu ben ik hier. Het maakt het compliment dat hij me gaf nog waardevoller."

 

 

Als je niet uit die dip was gekomen, waar had je dan gestaan?

"Ik heb een tijdje op atletiek gezeten en trainde voor de 100 en 200 meter sprint. Ik wilde heel snel worden. Dat werpt nu wel zijn vruchten af, omdat ik weet hoe ik moet lopen. Wedstrijden heb ik niet gedaan, want dat was in mijn Feyenoord-tijd niet te combineren."

 

 

En in het dagelijks leven?

"Vorig jaar volgde ik op het Albeda College naast de Kuip een opleiding om sport- begeleidingsinstructeur te worden. Ik wilde constant bezig zijn met sport, maar dit was het niet voor mij."

 

 

Wat is je ambitie?

"Ik wil dit seizoen zo vaak mogelijk meedoen en een basisplek veroveren. Mijn grootste concurrent ben ik zelf. Ik bepaal of ik op het lijstje word gezet of dat ik bij Jong ADO moet spelen. Het zal gaan tussen Dion Malone, Robin Polley of mij, al heeft ook Hennos Asmelash rechtsback gespeeld."

 

 

Hoe zou je jezelf als voetballer beschrijven?

"Ik ben op de goede manier agressief, fel. Kyle Walker van Manchester City is mijn voorbeeld. Hij kan heel goed langs de zijlijn opstomen en dan een voorzet geven. Verdedigend staat hij ook zijn mannetje, ook omdat hij groot en sterk is. Ik ben zelf ook fit en heb een sterk lijf. Mijn vader was ook voetballer, rechtsback. Bekenden zien hem in mij terug, ook qua lichaamsbouw. Mijn moeder deed ook aan sprinten."

 

 

Dat zijn je genen, wat kun je verbeteren?

"Mijn voorzet, daar ben ik al heel lang mee bezig. Zelfs in de jeugd bij Feyenoord toen ik nog rechtsbuiten was, kreeg ik dat al als tip mee van Edwin de Graaf. Ik moet soms ook rustiger aan de bal zijn. Omdat ik zo snel ben, wil ik alles ook in het hoogste tempo doen. In plaats van gelijk naar voren te rennen, probeer ik wat meer om mee heen te kijken."

 

 

Doe je dat toch al niet, nu je voor het eerst in een stadion voetbalt?

"Ja, ik ben benieuwd naar zondag. De eerste training was ook echt al heel bijzonder. Ik heb er de hele dag naartoe gewerkt. Naar het stadion gaan, mezelf voorstellen aan de jongens in de kleedkamer en dan het veld op. Het eerste wat ik daar hoorde was: 'Is dat Van Ewijk?' Mensen herkenden me, dat is gewoon leuk en doet me echt wat. Ik ben zo blij om hier te zijn, ik maak al een klein stukje van mijn droom waar."