support Casper
 
COMPETITIESTAND
      w g v p
1 WII 36 22 9 5 75
2 RJC 36 20 12 4 72
3 GRO 36 21 8 7 71
4 DOR 36 18 13 5 67
5 GRA 36 19 5 12 62
6 ADO 35 16 11 8 59
7 JAZ 36 15 8 13 53
8 NAC 35 14 9 12 51
9 MVV 36 14 8 14 50
10 EMM 35 14 6 15 48
11 HEL 35 13 8 14 47
12 CAM 36 13 7 16 46
13 VVV 36 12 9 15 45
14 JAJ 36 10 10 16 40
15 EIN 35 8 15 12 39
16 JPS 35 9 7 19 34
17 TEL 35 9 6 20 33
18 DBO 36 8 9 19 33
19 TOP 36 10 3 23 33
20 JUT 35 5 9 21 24
Prediction League
predictionleague
Bron van dit artikel
De Oud Hagenaar

Datum plaatsing: 14-04-2015 10:06:00

Broers Gerrie en Harry Vreken: enthousiaste ADO-spelers


Groot feest aan het Spui bij promotie naar de Eredivisie in 1957


door F.J.A.M. van der Helm
 
 
Gerrie is vorig jaar op 90-jarige leeftijd in Frankrijk overleden, waar hij kort na de oorlog zijn thuis had gevonden. Harry is sinds 1970 woonachtig in Apeldoorn. Beide broers hadden minstens één ding gemeen: hun glansrijke voetbalperiode bij ADO. Gerrie tijdens de oorlog en Harry erna. 
 
Hun wieg heeft gestaan aan de Van Ostadestraat. Harry vertelt dat zijn vader op nummer 136 een goedlopende bakkerszaak had. Wit brood, bruin brood in allerlei soorten en maten, evenals puntjes werden dagelijks vers gebakken. Ook Harry kneedde nog wel eens deeg voordat hij ’s ochtends naar school ging en verrichtte wat hand- en spandiensten. Het hardwerkende gezin Vreken-Van Ginkel bestond uit vader Henk, moeder Bets en de kinderen Gerrie (1923), Ben (1927) en Harry (1935). Ze woonden boven de winkel en hadden het reuze naar hun zin.
 
 
De toenmalige huizen zijn allemaal tegen de grond gegaan en nieuwbouw is herrezen. De buurt is veranderd en inmiddels vol gestroomd
met buitenlanders. Je herkent je eigen wijk niet meer als je nog eens teruggaat om je oude buurtje te bekijken. Aan de overkant op de hoek met de Doedijnstraat zat slagerij Van Ginkel, familie van zijn moeder, die eerste klas vleeswaren verkocht. De christelijke kleuterschool en de grote school waren in de Ferdinand Bolstraat, ingang in de Frans Halsstraat.
Harry ziet zichzelf in gedachten nog lopen als kind. “Altijd vers brood en tussen de middag naar huis." Rondom de winkel was altijd bedrijvigheid. Pas in de loop van de middag keerde de rust enigszins weder.
 
 
 
Voetbalkampioen
Gerrie en Harry scheelden elkaar twaalf jaar. In 1939 kwam eerstgenoemde in ADO1 te spelen als rechtsbuiten. Thuis was de vreugde groot en het hele gezin was enthousiast betrokken bij de verrichtingen van Gerrie.  
 
Toen hij met zijn succesvolle ploeg in 1942 en 1943 kampioen werd van Nederland, was de Haagse bevolking uitzinnig van vreugde. Het voetbal was een heerlijk verzetje in deze moeilijke jaren. Om te kunnen blijven voetballen, kon Gerrie bij de Arbeidsdienst komen waardoor hij iedere zondag op het veld kon schitteren. De jongen had geen enkele politieke aspiratie en dat hij na de oorlog een jaar niet mocht voetballen, deed hem naar Monaco verhuizen, waar hij in 1946 verder kon gaan met zijn carrière bij AS Monaco.
 
Broer Harry benadrukt dat zijn broer één en al voetbal was en “hij droeg geen NSB-speldje, maar altijd één van ADO”. In de oorlog zaten veel ADO-voetballers bij hun thuis, waar ze brood kregen zonder bon. Moeder had een heerlijke soep gemaakt en iedereen was welkom in het gastvrije gezin. Voor zover er in het laatste jaar van de oorlog nog brood was, is dat zoveel mogelijk gedeeld. Ook buren konden meedelen zolang het nog ging. Het stak vader Vreken behoorlijk hoe ondankbaar de gulzige eters na de oorlog hun gastvrije gevers vergeten waren. Dan leer je de mensen weer eens kennen van hun slechte kant!
 
 
Harry aan de bal
Genoeg oorlog, maar je ontkomt er niet aan als je over Gerrie praat. Omdat Gerrie in ADO1 speelde, kreeg Harry de kans om op zijn tiende al bij ADO te trainen. Een geweldige ervaring en apetrots was hij om op de velden in het Zuiderpark rondjes
te mogen lopen en met ballen te mogen oefenen. Hij was vaak met in het Zuiderpark te vinden, waar ook clubs als BMT en Duno hun velden hadden liggen. Op zijn zestiende werd hij ontdekt door trainer Ben Tap, die hem tegen KMD uit Wateringen zag spelen. Een geweldige sensatie. Hij moest alleen zijn vader om toestemming vragen en dan kon hij naar ADO1, waar hij –evenals zijn broer- ook rechtsbuiten speelde. Vader Vreken vond het allemaal prachtig en zag het helemaal zitten.
 
 
Inmiddels zat Harry op de MULO in de Jan Hendrikstraat, waar hij ook opviel door zijn sportieve activiteiten. Het voetballen bij ADO1 viel goed te combineren met zijn schoolstudie. De voetballers waren nog amateurs en hun bezigheden golden als een pure vrijetijdsbesteding.
 
 
Vrienden van ADO
De komst bij ADO1 ging wel met hindernissen gepaard. Dat jaar brak hij twee keer zijn been. Eerst op school en later op het voetbalveld
tegen de Tielse TEC. Eerst zes weken in het Zuidwalziekenhuis, toen loopgips; ze gingen vroeger duidelijk niet over één nacht ijs. Na te zijn gerevalideerd kon het echte werk voor de tiener beginnen. Ondertussen was pa Vreken actief bij de supportersbeweging. Samen met Hollegraaf, Peters (sigarenboer van de Hoefkade) had hij de Vrienden van ADO opgericht. Pa was altijd langs de lijn te vinden en bij uitwedstrijden ging hij steevast  mee. Toen het alsmaar beter ging met ADO halverwege de jaren ’50, waren heel wat bussen nodig om de gewillige supporters te vervoeren. ADO heeft altijd kunnen beschikken over een grote schare enthousiaste supporters, die trouw waren aan hun club. Vader Vreken was dol op de elf, die vol overgave speelden in hun witte broekjes en hun rode shirts met groene baan.
 
 
Eredivisie
Op het veld blonken de voetballers uit door hun technische spel en hun teamgeest. ”Ze gunden elkaar wat”. De tijd van amateurvoetbal was voorgoed voorbij en Harry en zijn medespelers werden semiprofs in 1954. Het voetbal bleef hetzelfde, maar het aantal trainingen werd verhoogd. Voor alle duidelijkheid de vergoeding was maar een aardigheidje. Bij winst kreeg je 40 gulden, bij gelijkspel 20 en bij verlies, kreeg je niets. Zo is het allemaal begonnen.
 
 
Iedereen had er een volledige baan bij en het geld dat je won met de voetbal, legde je apart om iets extra’s van te kopen. “Nee, die hoge bedragen van later, hebben ze nooit gehad. Het voetbal was toch op de eerste plaats een g ezelligheidssport."Het trainen was op het laatst ook op de woensdagmiddag, maar dat betekende dat je aan je baas om toestemming moest vragen. En niet iedere werkgever was zo bereidwillig, want het ging toch maar om een gewone vrijetijdsbezigheid.
 
 
In 1957 kwam de verdiende beloning van het harde trainen en oefenen. ADO werd kampioen door
met 1-0 te winnen van De Graafschap en promoveerde naar de Eredivisie! Voetbalminnend Den Haag stond op zijn kop en vierde massaal feest. Toegezwaaid door vele duizenden supporters gingen de spelers in open wagens van het Zuiderpark naar eetgelegenheid De Kroon aan het Spui. Het was een onvergetelijk feest voor de spelers in het roodgroen. Harry was tijdens de finale wedstrijd tegen de Graafschap geblesseerd geraakt aan zijn enkel, maar zijn vreugde was er niet minder om. Hij zat voorin naast de chauffeur en genoot optimaal van de toegestroomde fans, die in bedwang gehouden werden door politie te paard. De hele avond bleef het druk rondom De Kroon en scandeerden ADO-aanhangers felicitaties naar aanvoerder Karel Jansen en de overige spelers.
 
Later gingen de spelers met zijn allen naar Frankrijk, waar ze eerst een tussenstop maakten in Parijs en vervolgens doorvlogen om vriendschappelijk tegen Nîmes te spelen. In Parijs werden de bloemetjes behoorlijk buitengezet en vloeide de champagne rijkelijk in de verschillende nachtclubs. Met als gevolg, dat Mick Clavan door vijvertjes liep en Theo Timmermans in het vliegtuigje telkens tegen de piloot riep: “Het is goed zicht”. Een onvergetelijk tochtje!
 
 
Semiprof
Als semiprof had Vreken een volledige baan bij de Rijkscentrale Mechanische Administratie aan de Waldorpstraat. Later is het bedrijf Rijks Computercentrum gaan heten.
Zolang de voetbaltraining in de avonduren plaatsvond, leverde dat geen problemen op. Maar toen de semiprofs ook overdag wilden trainen, moesten sommige spelers afhaken. Het was een moeilijke afweging van belangen. Zijn hele arbeidzame leven is hij bij de overheid werkzaam geweest. Na veertig jaar trouwe dienst kreeg hij de eremedaille in goud in de Orde van Oranje-Nassau. Dieptepunt was de verhuizing in 1970 van het computercentrum naar Apeldoorn.
 
 
Vooral echtgenote Riet Erkens had het er moeilijk mee omdat ze overdag haar weg moest zien te vinden. Ongetwijfeld herkennen veel vrouwen zich in de bedenkingen en discussies thuis door het ingrijpende overplaatsingsbeleid van het Rijk. In Apeldoorn werd hun tweede kind geboren en de kinderen zorgden voor contacten en uiteindelijk rol je overal wel in. Maar het was best behoorlijk wennen!  
 
 
Anekdote
De rol van de scheidsrechter is in de loop der jaren nogal veranderd. Vroeger werden er bijvoorbeeld geen gele of rode kaarten gegeven. Wel kon je een waarschuwing krijgen en die heeft Harry dan ook gehad. Eén keer. Hij moest een hoekschop nemen en deed dit zonder het fluitsignaal van de arbiter af te wachten. De scheidsrechter kwam op hem af, hij kreeg een waarschuwing en de bal moest opnieuw. Harry wachtte en wachtte en de scheidsrechter gebaarde driftig dat hij moest opschieten. Hij liep met  flinke tred op de speler af en vroeg hem wat dit betekende. “Nou”, zei Harry laconiek, “u hebt nog niet op uw fluitje geblazen, dus ik wacht nog!”
 
 
 
Klik hiernaast op de namen van de beide spelers voor  de ADOstats statistieken van Gerrie Vreken en Harry Vreken