Bron van dit artikel


Datum plaatsing: 29-08-1937 10:30:00

Moeilijkheden bij A.D.O., K.N.V.B. deelt straffen uit!

Dat tal van groote vereenigingen. welke op hooge lasten zitten en voor een belangrijk deel verantwoordelijkheden op zich moeten nemen, welke ten nauwste verband houden met de positie welke haar eerste elftallen in de competitie innemen, veelal een moeilijken tijd doormaken is bekend. Vooral tal van volksclubs die met werkeloosheid der goede spelers hadden te kampen, hebben zich dikwijls voor vraagstukken zien geplaatst, waarvan de oplossing meestal moeilijk, zoo niet onmogelijk bleek, zonder in conflict te komen met de amateursbepalingen.

Het is voor ons de vraag in hoeverre er clubs zijn welke in staat zijn gebleken zich ten volle aan de nog altijd strenge amateursbepalingen te houden. Wie eenigszins op de hoogte van de toestanden in onze voetbalwereld is. zal begrijpen dat wij geen feiten behoeven te noemen, om toch duidelijk genoeg te zijn geweest.

Ook de vereeniging A.D.O. heeft de bezwaren van haar belangrijke positie in het Haagsche voetballeven ondervonden. Ook zij moest er voor zorgen dat haar elftal de plaats in de eerste klas behield, omdat die plaats nu eenmaal onafscheidelijk verbonden was aan de groote financieele verplichtingen welke de eerste klas club op zich had genomen. Toen een harer spelers n.l. G. van Maren werkeloos geraakte en A.D.O. niet zonder zijn hulp kon — het was ln het seizoen 1934-1935 — heeft men ln het A.D.O -bestuur nagegaan op welke wijze men zonder in strijd te komen met de amateursbepalingen dezen speler financieel kon helpen. Van Maren is toen bij den voorzitter den heer G. Leurs als schilder in dienst gekomen, waarbij de helft van zijn loon door den heer Leurs werd betaald en de andere helft door A.D.O. Het volledige bestuur was voor deze transactie verantwoordelijk, ook al moest men weten dat hier iets geschiedde, dat feitelijk nlet door den beugel kon, althans in strijd was met de amateursbepalingen van den K.N.V.B. ofschoon wij gerust mogen aannemen dat gevallen als het bovenstaande in onze voetbalwereld niet tot de zeldzaamheden behooren. en -zoolang zij binnen den kring van een clubbestuur blijven, ook ongestraft kunnen plaats vinden, is de zaak Van Maren, door een oneenighid in den boezem van A.D.0., bij den K-N.V.B. aangebracht, welke een commissie van onderzoek instelde en tenslotte als gevolg van haar bevindingen den heer Leurs voor een jaar en drie jaren voorwaardelijk heeft geschorst. De overige bestuursleden, op den penningmeester na zijn tot 1 jaar voorwaardelijke schorsing met een proeftijd van 2 jaren geschorst, terwijl de penningmeester, ofschoon evenals het geheele bestuur voor de daad verantwoordelijk er met een berisping is afgekomen. Vermoedelijk is deze zachte straf te beschouwen als een premie van den K.N.V.B. voor de verschaffing van volledige Inlichtingen!

Inmiddels is in de afgeloopen week gehouden algemeene vergadering van A.D.O. gebleken dat de penningmeester een kastekort heeft van niet minder dan drieduizend gulden, welk tekort hij nlet kan verklaren. Het bestuur tracht, overtuigd van de eerlijkheid van den functionaris tot een bevredigende regeling te komen, opdat de vereengingskas geen nadeelen van het tekort zal ondervinden, en het niet noodig zal zijn den rechter in deze zaak te betrekken.

Het spreekt vanzelf, dat beide zaken voor A.D.O. uiterst onaangenaam zijn, temeer omdat men den steun van den heer Leurs. die meer dan 15 Jaar de vereenlgingsbelangen op zoo uitstekende wijze heeft behartigd en wiens hulp aan Van Maren men in de club dan ook zuiver beschouwt als te zijn verstrekt ten bate van de vereenlglng juist in dezen extra moeilijken tijd noode zal moeten missen. Het is te hopen dat men er in zal slagen, ook ten bate van het Haagsche Voetbal, de Vereeniging door alle moeilijkheden te voeren zonder merkbaar nadeel.