support Casper
 
COMPETITIESTAND
      w g v p
1 WII 35 22 8 5 74
2 RJC 35 20 11 4 71
3 GRO 35 21 7 7 70
4 DOR 35 18 12 5 66
5 ADO 35 16 11 8 59
6 GRA 35 18 5 12 59
7 JAZ 35 15 7 13 52
8 NAC 35 14 9 12 51
9 MVV 35 14 8 13 50
10 EMM 35 14 6 15 48
11 HEL 35 13 8 14 47
12 CAM 35 13 6 16 45
13 VVV 35 12 9 14 45
14 JAJ 35 10 9 16 39
15 EIN 35 8 15 12 39
16 JPS 35 9 7 19 34
17 TEL 35 9 6 20 33
18 TOP 35 10 2 23 32
19 DBO 35 7 9 19 30
20 JUT 35 5 9 21 24
Prediction League
predictionleague
Bron van dit artikel
AD Haagsche Courant

Datum plaatsing: 01-09-2007 18:15:00

Hursut Meric, de Maradona van de Bosporus



Hursut Meric (24) kwam deze zomer over van de amateurs van Türkiyemspor en ontpopte zich tot de smaakmaker van ADO Den Haag. De pingelaar met passie praat even gemakkelijk als hij slalomt. Over AZ, de schijntrap en Simon Kistemaker.
Zijn mooiste beweging? De schijntrap. „Tegenstanders weten het nooit. Als ze denken dat ik de schijntrap ga doen, schiet ik die bal gewoon tegen hen aan. De volgende keer twijfelen ze en de derde keer stinken ze er dan weer in.”

Hursut Meric babbelt even gemakkelijk als hij slalomt. In het lange gezicht dat de Haagse supporter trok tijdens de eerste drie ondermaatse duels van ADO Den Haag plooide de kwikzilveren aanvaller de enige glimlach. Hursut Meric zorgde met onvoorspelbare acties voor vertier in het keurkorps van Vloet. De Amsterdammer blijkt een pingelaar met passie. „Ik doe veel op gevoel, je moet gewoon durven. Maar mijn acties moeten wél rendement hebben,” is zijn zelfkritiek.

Voorlopig mag de voormalige amateur tevreden zijn: hij leverde behalve plezierige acties twee o zo belangrijke assists en scoorde een paar vette voldoendes. „En twee van de vier linksbacks van de tegenstander zijn al gewisseld,” voegt hij er lachend, maar trots aan toe.

Beweer trouwens niet dat Hursut Meric stijf links is. „Dan heb je die voorzet op Lex Immers niet gezien in de wedstrijd tegen Cambuur Leeuwarden.”

In Amsterdam-West, waar hij werd geboren, leerde Hursut Meric voetballen. „Op straat, dag en nacht. Ook toen we bij een club speelden, voetbalden we nog op straat. Dat ging gewoon door. Met mijn familie trokken we vroeger graag naar ’t Twiske, Spaarnwoude, die recreatiegebieden. En dan, alleen maar voetballen,” herinnert hij zich.

Bij zijn jeugdclubs SDZ, Blauw Wit, DWS speelde Meric middenmidden, rechts- of linksbuiten. AZ scoutte hem en haalde de sierlijke spelers naar de Alkmaarderhout. „Ik heb er twee jaar in de A-jeugd gespeeld en één seizoen in de beloften.”

Waar jongens als Ron Vlaar en Haris Haris Medunjanin doorbraken, bleef een contract voor Meric uit. Achteraf zegt hij: „Heb ik bij AZ geen eerlijke kans gekregen.”

Voetbal was alles, ís alles voor Meric. De school (vmbo) liet hij voor wat het was. En na DWS en EDO zette hij de doorslaggevende stap bij Türkiyemspor. „Daar is Simon Kistemaker zó belangrijk voor mij geweest. Hij geloofde in mij, gaf me vertrouwen, liet me staan als het ook eens wat minder ging. Dankzij Simon Kistemaker ben ik gekomen waar ik nu ben. Hij stak tijd en energie in mij. Ik trainde er als een prof, want hij maakte tijd voor mij. Ik trainde extra met Kistemaker.”

Meric speelde twee seizoenen lang voor de Amsterdamse hoofdklasser. „Na het eerste seizoen zei Kistemaker tegen mij: blijf nog een jaar dan kun je straks zo naar een profclub. Ik heb naar hem geluisterd en hij heeft gelijk gekregen. We hebben nog steeds veel contact.”

Bij Türkiyemspor kreeg Hursut Meric ook een bijnaam: de Maradona van de Bosporus. „De overleden voorzitter (Nedim Imaç) heeft die bedacht. Als je zo wordt genoemd, mag je alleen maar trots zijn.”

In september 2006 speelde Hursut Meric met Türkiyemspor tegen ADO Den Haag voor de KNVB-beker in de Arena in Amsterdam. De amateurs verloren na een sprankelende start, maar Meric kon zich onderscheiden. „Misschien zijn ze me na die wedstrijd gaan volgen, ik heb geen idee.”

Elf maanden later speelt Meric bij de ’tegenpartij’. „Eerlijk is eerlijk: ADO Den Haag, dat is toch even anders dan Haarlem of Stormvogels/Telstar. De club heeft een reputatie, een roemrucht verleden, speelde de laatste jaren in de eredivisie en strijdt nu om het kampioenschap.”

Hursut Meric is van Turkse komaf, maar in Amsterdam geboren. „Ik ben half Turks, half Nederlands,” zegt hij.

’Midden-Noord’ heeft zijn lieveling al omarmd. Ze zingen wekelijks dat ’er maar één Haagse Turk’ is. „Mooi dat ze nu al achter me staan. Die gasten gaan helemaal los op de tribune. Schitterend!”

Hursut Meric beseft: hij komt pas net kijken. „Maar het kan snel gaan in de voetballerij. Na een jaar of misschien al na zes maanden kan er al iets gebeuren. Ik hoop dat ik ooit een stap kan maken naar een goede eredivisieclub, maar daar ben ik nu niet mee bezig. Het enige wat telt is ADO Den Haag en het kampioenschap. Daar wil graag mijn steentje aan bijdragen.”

En dromen? Heeft Hursut Meric, 24 jaar uit Amsterdam, nog dromen? „Het nationale team van Turkije. Wie weet gaat het straks allemaal fantastisch en krijg ik ooit een kans.”