support Casper
 
COMPETITIESTAND
      w g v p
1 WII 31 20 6 5 66
2 RJC 31 17 10 4 61
3 GRO 30 17 6 7 57
4 ADO 31 15 10 6 55
5 DOR 31 14 12 5 54
6 GRA 31 16 4 11 52
7 NAC 31 14 7 10 49
8 JAZ 31 13 7 11 46
9 EMM 30 12 6 12 42
10 CAM 31 12 6 13 42
11 VVV 31 11 9 11 42
12 HEL 31 11 8 12 41
13 MVV 31 11 7 13 40
14 EIN 31 8 14 9 38
15 JAJ 31 9 9 13 36
16 TOP 31 9 2 20 29
17 JPS 31 7 7 17 28
18 TEL 31 7 6 18 27
19 DBO 31 5 8 18 23
20 JUT 31 5 8 18 23
Prediction League
predictionleague
Bron van dit artikel
AD Haagsche Courant

Datum plaatsing: 01-10-2015 11:06:00

Oud trainers ADO Den Haag over de druk bij ADO Den Haag


ADO Den Haag en gedoe, ze lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden. Hoe blijf je dan als trainer op de been? En hoe houd je de heisa weg van je spelersgroep? Ervaringsdeskundigen leggen uit.


Door Pim Bijl en Dennis Jansen



Henk Fraser haalt de schouders op bij wéér een vraag over de nieuwe Chinees. Komt hij op de bank? "Vrees je voor je plekje?" De trainer van ADO Den Haag geeft netjes antwoord. En nog een keer. En Weer. Lacht. Zucht. En fronst de wenkbrauwen, zoals Frank de Boer dat ook zo goed kan.
De vergelijking met de trainer van Ajax is zo gek nog niet. Ook de Boer kreeg de afgelopen vijf jaren vragen op zich afgevuurd waarop anderen eigenlijk het antwoord moesten geven. Vragen over beleidskwesties en randzaken. De vraag is: Heeft die commotie invloed op de prestaties van de voetballers?



"Onrust is altijd een slechte zaak", vindt André Wetzel, die als trainer én technisch directeur bij ADO Den Haag werkte. "Niet alleen voor de spelers en de staf, ook op de mensen op het kantoor heeft het een negatieve invloed. Het knappe is dat het ADO altijd weer lukt om onrust te creëren. In het verleden heeft de angst voor de supporters er heel lang in gezeten. Dat vond ik als trainer van ADO altijd raar. Als fans gingen morren, werd het onrustig en leek het alsof zij over het beleid gingen. Dat lijkt over nu, maar ik benijd Henk Fraser niet, die zit in een serg lastige situatie. Hij zal spelers proberen voor te houden dat het in hun belang is om zich er niet te veel door te laten beïnvloeden. Randzaken leiden af van de prestaties", aldus Wetzel die voortijdig het veld ruimde bij ADO, net als voor hem Frans Adelaar en na hem Raymond Atteveld en Maurice Steijn.



"Ik probeerde al die commotie weg te houden bij mijn spelers", vertelt Steijn. "Ik had vier directeuren in drie jaar tijd, dat helpt natuurlijk nooit. Andere randzaken hadden meer invloed, zoals de verhuizing naar het Forepark om te trainen. Gingen we van de ene op de andere dag over op kunstgras. Maar we moesten ons eerst omkleden in het Zuiderpark."

Ook Steijn had te maken met verschillende soorten bazen: aan de ene kant de topmannen Mark van der Kallen en Paul Beyersbergen, anderzijds de algemeen directeuren. "Het was een bizar krachtenveld, ook omdat er geen technisch directeur was. Dat heeft Henk met John Metgod, natuurlijk wel, een klankbord", aldus Steijn, die tussendoor ook nog een WK hockey voorbij zag komen. "De organisatie van dat toernooi leek binnen ADO belangrijker dan ons eerste team."



In de tijd dat Rinus Israël in Den Haag aan het roer stond ging het lang goed. "Ik heb altijd prettig kunnen werken. Alleen het laatste halve seizoen stonden we niet zo gunstig en werd het rumoerig. Maar ik besloot op een aanbieding uit de Emiraten in te gaan", zegt Israël. Het is voor Fraser een moeilijke kwestie, zegt de oud-verdediger. "Je maakt natuurlijk geen goede indruk als je er zonder jouw inbreng een assistent bij krijgt. Dat lijkt me nou niet een teken van sterkte voor een trainer. Spelers hebben het daar onderling ook over, denk ik. Als de resultaten dan ook minder zijn, gaat dat dubbel tellen.

De oplossing? Israël: "Gewoon je werk blijven doen. De indruk wekken dat je er niet onder lijdt. Dat kan Fraser wel. Zoals ik hem nu elke keer voor de televisie zie, straalt hij nog altijd vertrouwen uit."

Fraser moet de dreigende onrust ombuigen naar iets positiefs, stelt Wetzel. "Dat is alleen mogelijk als er een conflict of vijandschap ontstaat tussen de trainer met zijn selectie en de beleidsbepalers. Dan wordt de saamhorigheid groter en strijden coach en selectie tegen de grote, boze buitenwereld. Maar zelfs dat is eigenlijk een heel slechte zaak voor de club."