support Casper
 
COMPETITIESTAND
      w g v p
1 WII 34 22 7 5 73
2 RJC 35 20 11 4 71
3 GRO 34 20 7 7 67
4 DOR 35 18 12 5 66
5 GRA 35 18 5 12 59
6 ADO 34 16 10 8 58
7 NAC 35 14 9 12 51
8 MVV 34 14 7 13 49
9 JAZ 34 14 7 13 49
10 EMM 35 14 6 15 48
11 HEL 35 13 8 14 47
12 CAM 34 13 6 15 45
13 VVV 34 12 9 13 45
14 JAJ 35 10 9 16 39
15 EIN 34 8 14 12 38
16 TEL 35 9 6 20 33
17 TOP 35 10 2 23 32
18 JPS 34 8 7 19 31
19 DBO 35 7 9 19 30
20 JUT 34 5 9 20 24
Prediction League
predictionleague
Bron van dit artikel
 ADOfans.nl

Datum plaatsing: 06-01-1930 16:00:00

Hoe A.D.O. zich een prachtkans op het kampioenschap verwierf.


De optimistische A.D.O.-supporter, die zijn verwachtingen vervuld zag — Feyenoord en A.D.O. zouden wel de beste represanten van het Westen zijn in de kampioenscompetitie.


„Ziet, u meneer" zei de geestdriftige A.D.O.-supporter, toen we ons samen door het nauwe gangetje wrongen, dat dennogsteeds ietwat antieken toegangsweg vormt tot het gereserveerde deel van het Racingterrein, „ziet u, als A.D.O. nou vanmiddag wint en als de Stormvogels in het Stadion verliezen en als Ajax in Velsen klop krijgt, nou, dan staan we dik bovenaan en dan krijgt Den Haag ook weer eens kampioenswedstrijden in plaats van 'n ongemerkt afstervend voetbalseizoen zooals in de-laatste jaren."

„Dat is allemaal heel mooi," antwoordden we bedachtzaam, „maar er is net evenveel kans dat A.D.O., Stormvogels en Ajax vanmiddag eens niet gaan doen wat jullie zoo graag wilt zien gebeuren. Vooral nu jullie Quax missen is het nog niet zoo zeker dat A.D.O. wint."

„O, voor Quax hebben we 'n veel beteren keeper bij ons," zei de optimistische vereerder der roodgroenen, ,,'n jochie uit het vijfde elftal, Koek, dat wordt op den duur 'n reuzekeeper."

„Best mogelijk, maar de vraag is of hij het op het oogenblik al is, dat is voor vanmiddag het meest van belang. Zoo'n jonge invaller-keeper, die ergens uit de la gere elftallen is opgediept, is vaak óf 'n geweldig succes, óf 'n nog geweldiger fiasco, dat hebben we al zoo vaak beleefd."

Dat zeiden we even voor tweeën, toen de menschenmassa langzaam de nauwe toegangspoorten van het R.C.H.veld passeerde op weg naar de door R.C.H.-leden zelf getimmerde tribunes, die als eenig gebrek hebben dat ze dakloos zijn, iets wat men vooial merkt op regenachtige middagen als ditmaal.

Bijna twee uur later zagen we den A.D.O.-geestdrifteling weer terug in een der autobussen, waarmee 'n ondernemende garagehouder uit het Haagje de A.D.O.-aanhang naar de Spaarnestad had overgeheveld. De inhoud van de Haagsche autobus was in heftige beroering: zingend en juichend ging het den Schoterweg over tusschen de rijen teleurgestelde Haarlemmers door en de supporter, die naast ons in het gangetje naar de controle gestaan had, was zeker niet één van de minst rumoerigen in de bus. Had hij niet gelijk gekregen met zijn vertrouwen in 'n A.D.O.-triomf en had hij niet gelijk gekregen met zijn overtuiging in de capaciteiten van den jeugdigen reserve-keeper, die dezen middag den afwezigen Quax totaal deed vergeten ?

Op dat moment wist hij nog niets van de andere uitslagen in afd. I, waarin alles precies zoo geloopen was

als hij gehoopt had: Stormvogels verloren en Ajax verloren, met één slag had A.D.O. zich door haar eigen overwinning en de nederlagen van haar concurrenten bovenaan gesteld. De uitslagen uit Amsterdam en Velsen zullen de A.D.O.-familie waarschijnlijk in steeds stijgender vreugdestemming gebracht hebben, want de positie van de roodgroenen is thans zoo, dat het er veel op lijkt of het jubileumsfeest, hetwelk A.D.O. in het voorjaar gaat vieren, opgeluisterd zal worden door 'n kampioenschap van het eerste elftal, ongetwijfeld de fraaiste jubileumsgave, die de eerste elftalspelers aan deze kerngezonde volksclub kunnen aanbieden.


Gemakkelijk was de overwinning, door A.D.O. behaald op het tot gisteren bovenaan staande R.C.H., allesbehalve; A.D.O.'s invaller-keeper Koek kreeg zelfs veel meer en veel gevaarlijker schoten te stoppen dan zijn overbuurman Kos in het Racingdoel, maar toch was de overwinning van de Hagenaars, die in het veld geenszins sterker waren, verdiend door het veel doortastender voorhoedespel. De peuterige R.C.H.-voorhoede, waarin Hanse door den te langzaam geworden veteraan Roelfsema onvoldoende vervangen werd, had te veel tijd noodig om 'n aanval op te zetten in tegenstelling met de A.D.O.-voorhoede, waarin Wim Tap en van Osch de leidende figuren waren.

Tap maakte alle drie de doelpunten, maar het was telkens van Osch, die door zijn zuiver aangeven zijn aandeel erin had en door zijn verrassend-snel doorgeven van den bal openingen wist te forceeren in de R.C.H.-verdediging. R.C.H.'s voorhoede miste dat verrassende, Roelfsema hield het spel te kort — en bezorgde zoodoende aan de pootige en trapvaste, maar lang niet snelle A.D.O.-backs juist het spel, dat hun het beste lag, men wist precies wat er het volgend oogenblik gebeuren zou met den ba), 'n Taaie kanthalf als Breitner behoort tot de categorie lastige halfbacks, die men  twee keer passeeren moet alvorens hem even kwijt te zijn; de treuzelende en pingelende R.C.H.'ers moesten bij eiken aanval den internationaal zeker driemaal voorbij met de kans dat hij zich een van die drie keeren voor den bal liet vallen naar het illustre voorbeeld van zijn zwarten leermeester Andrade.

Pas tegen het einde, toen invaller Roelfsema naar de rechtsbuitenplaats gedirigeerd werd en de lange back Prevost in het binnentrio verscheen, kreeg R.C.H. 'n vleugje van het heilige vuur te pakken, dat zeven jaar geleden den titel van Ned. kampioen aan de club van Scheen c.s. had bezorgd, maar toen was het bij 'n o—3 achterstand te laat, al hoopten de Racingsupporters nog in stilte op 'n herhaling van de geschiedenis in Den Haag, toen R.C.H. tegen A.D.O. 'n 0-3 achterstand nog in 'n gelijk spel had weten om te zetten door drie goals in de laatste twintig minuten.

Van R.C.H.'s kampioenselftal uit 1922-'23 spelen alleen de kanthalfs Krom en Geutskens nog in het eerste elftal; Radsma, Nieuwenhuizen en Nachtegeller kwamen 's morgens in het tweede elftal tegen H.F.C. II uit en ook Roelfsema is geen vast eerste elftalier meer. Door die zeer geslaagde verjongingskuur heeft R.C.H. thans 'n elftal gekregen, dat nog best 'n paar jaar mee kan, zorg voor de toekomst hoeven de blauwzwarten niet te hebben in tegenstelling met andere clubs, die hun op retour rakende cracks net zoo lang laten meespelen tot ze niet meer kunnen en zich dan plotseling voor 'n lastig probleem zien geplaatst.

A.D.O. is een van die pittige volksclubs, die zich na langdurig geworstel in de tweede klasse — wie herinnert zich V.O.C.-A.D.O. niet ? — met taaie onverzettelijkheid omhoog hebben gewerkt en nu met diezelfde taaie onverzettelijkheid 'n kansje wagen in de eerste klasse, waar ze elk jaar dichter bij de bovenste plaats komen om ex tenslotte op den een of anderen dag stevig op neer te strijken. Quax, Breitner en de broers Tap hebben het oranjeshirt al gedragen, van Osch brengt het ook nog wel eens zoo ver, er schuilen goede krachten in deze roodgroene ploeg, die we, oordeelende naar het spel van dezen middag, als de sterkste van afd. I dienen te beschouwen. Ajax lijkt ons de belangrijkste concurrent van A.D.O., dat op 2 Februari den grooten strijd in de Meer komt leveren, maar de Amsterdammers hebben de funeste gewoonte om in uitwedstrijden zooveel punten weg te gooien, dat het ongeslagen-zijn op eigen veld geen vergoeding is voor de nederlagen in Hilversum, Den Haag en Velsen. A.D.O. speelt constanter, dat moet op den duur beslissen.

We gelooven overigens, dat A.D.O. en Feijenoord het best de Westelijke voetbalwereld kunnen representeeren in de kampioenscompetitie; van de 19 bijna gelijkwaardigen — Haarlem zonderen we uit — in het Westen maken ze de beste kans tegen de „provincialen", die in hun competities veel grooter onderling krachtsverschil vertoonen, met het gevolg, dat elftallen als b.v. Vitesse en P.E.C., die we vorige week aan het werk zagen, beneden dat tot éénzelfde niveau gebrachte Westelijk spelpeil staan, maar Go Ahead en Willem II er boven. En in de kampioenscompetitie komen nu eenmaal alleen de besten uit'

R.C.H.—A.D.O. was de groote strijd in de Spaarnestad, duizenden trokken naar den Schoterweg, 'n enkeling liep het R.C.H. veld voorbij om Haarlem— Hilversum te gaan bijwonen, maar overigens bekommerde niemand van de toeschouwers (de volksgunst is wisselvallig!) zich erom dat de roodbroeken, honderd meter voorbij het Racingveld, voor leege tribunes hun zooveelste nederlaag te slikken kregen. R.C.H. was aanvankelijk sterker, scoorde één keertje bijna — de heele R.C.H. jeugd achter de goal juichte al, maar de bal ging langs den verkeerden kant van de paal — doch zag geen kans om den in fraaien stijl werkenden Koek te passeeren, terwijl Tap twee gaten in de hevig vuurpijlende Haarlemsche verdedigding afstrafte met twee kalme schuivers, waar Kos juist naast greep. Met 'n vliegend schot, dat hem 'n handdrukje van den sportieven Racing-spil Ruis opleverde, maakte Wim Tap na rust zijn derde goal; toen pas werd R.C.H. wakker, het Haagsche doel werd bekogeld, doch de roodgroenen verdedigden taai en Koek hield de onmogelijkste ballen uit zijn doel. Het bleef bij één tegengoal van de Geus ; daarna zakte R.C.H.'s bevlieging weer en de Hagenaars haalden met 'n 3—1 zege het einde. De thuisclub had 'n puike middellinie, waarin captain Krom de minste was (ofschoon nog ruim voldoende) omdat Geutskens en Ruis zoo buitengewoon goed speelden. De kalme Vrugt en de onstuimige Prevost veidedigden behoorlijk; keeper Kos deed na 'n ongelukkig begin later goede dingen. De voorhoede leek de pingelmame van haar buurclub Haarlem te hebben overgeërfd, waardoor de tegenpartij steeds gelegenheid kreeg om zich te herstellen.

Bij A.D.O., dat we in heel wat beteren vorm troffen dan collega Groothoff enkele weken geleden in het Hilversumsche Sportpark, gaven Wim Tap en van Osch leiding aan de voorhoede, die vlot combineerde; de Roo was hier de minste. Achter de taai volhoudende middellinie, waarin Breitner en Ramaker genoemd dienen te worden, stonden twee pootige backs, die heel wat werk verrichtten zonder nochtans superieur verdedigingsspel te geven; ze waren stevig en trapvast, dat was dezen middag voldoende. Van het jeugdige keepertje Koek kan A.D.O. nog pleizier beleven! De wedstrijd werd zeer fair gespeeld, wat ook maar gelukkig was, want ir. Kool, die de fluit hanteerde, beging meer fouten dan voor 'n eerste klasse-scheidsrechter toelaatbaar zijn en leek ons nu niet bepaald de gewenschte leider voor 'n zoo belangrijken wedstrijd.

Hoe fraai A.D.O. er thans voorstaat, blijkt wel het duidelijkste uit onderstaande stand van de ploegen met de minste verliespunten uit afd. 1:
 

ADO 9 5 3 1 25-15 13
RCH 11 5 3 3 31-23 13
Ajax 10 5 2 3 24-12 12
HBS 9 4 2 3 23-10 10


M. J. ADRIANI ENGELS.