support Casper
 
COMPETITIESTAND
      w g v p
1 WII 31 20 6 5 66
2 RJC 31 17 10 4 61
3 GRO 30 17 6 7 57
4 ADO 31 15 10 6 55
5 DOR 31 14 12 5 54
6 GRA 31 16 4 11 52
7 NAC 31 14 7 10 49
8 JAZ 31 13 7 11 46
9 EMM 30 12 6 12 42
10 CAM 31 12 6 13 42
11 VVV 31 11 9 11 42
12 HEL 31 11 8 12 41
13 MVV 31 11 7 13 40
14 EIN 31 8 14 9 38
15 JAJ 31 9 9 13 36
16 TOP 31 9 2 20 29
17 JPS 31 7 7 17 28
18 TEL 31 7 6 18 27
19 DBO 31 5 8 18 23
20 JUT 31 5 8 18 23
Prediction League
predictionleague
Bron van dit artikel
AD Haagsche Courant

Datum plaatsing: 17-04-2014 15:35:00

IN DE SPIEGEL Tom Beugelsdijk 'Voetbal is mijn grote redding'


Elke week houden we een regio- of Stadgenoot een spiegel voor. Wat ziet hij of zij? Bevalt het spiegelbeeld? Deze week voetballer Tom Beugelsdijk, bekend als verdediger van ADO Den Haag, dat zich onder leiding van trainer Fraser omhoog vocht in de eredivisie.


Door Anouk Mentink


In de spiegel
"Zie ik een knap ventje natuurlijk, haha. Tja, wat moet ik anders zeggen? Ik kijk niet zo vaak in de spiegel. In tegenstelling tot sommige teamgenoten van mij, die geen ruit voorbij laten gaan zonder naar zichzelf te kijken, haha."

 

Voetbal
"Toen ik klein was sliep ik zelfs met een bal in bed, zo gek was ik van voetbal. Ik herinner me dan ook goed dat ik op mijn zesde verjaardag eindelijk bij voetbalvereniging Rijswijk mocht, de club waar ik heb leren spelen. Dat was misschien wel de mooiste tijd. Als ik niet bezig was op het veld, trapte ik een balletje in de kooi op het schoolplein, vlak bij ons huis aan de Doctor Poelslaan. Samen met de gasten uit mijn team, vrienden waar ik nog steeds goed mee omga."


School
"School was niks voor mij, al heb ik het daar altijd naar mijn zin gehad. Vakken als aardrijkskunde boeiden me niet, ik wilde gewoon voetballen. Een boek sloeg ik niet open, een voetbaltijdschrift wel. Als iets me interesseert, kan ik me goed focussen, anders niet. Voetbal was mijn grote redding. Want wat ik zou doen als ik geen profvoetballer was geworden, daar heb ik eigenlijk nooit over nagedacht. Nu heb ik geen diploma's, maar anders zou ik op school zitten en was ik na een opleiding iets in de sport gaan doen."

Profvoetbal I
"De meeste mensen dachten dat ik het nooit zou redden als profvoetballer. Alle spelers binnen de jeugdopleiding van ADO worden jaarlijks beoordeeld: ik zat een paar jaar op de bank. Ze twijfelden aan me, dat wist ik. Toch knokte ik door en klaagde nooit. Mijn moeder geloofde wel dat ik het kon, maar was ook eerlijk tegen me. Soms zei ze: 'Tom, die jongen die nu op jouw plek staat, die doet het beter.' Klote om te horen natuurlijk, maar tegelijkertijd mooi. Er zijn zoveel ouders die hun kinderen veel te speciaal vinden. Ik denk dat die aanpak niet werkt."

Profvoetbal II
"Veel vrienden voetballen nu op amateurniveau, terwijl ze, als ik eerlijk ben, in die tijd beter waren dan ik. Waarom ik dan toch bij ADO Den Haag ben terechtgekomen? Ik ben niet de beste voetballer, maar wel een knokker, die door een muur heen loopt als het moet. Een teamgenoot als Danny Holla weet dat en bouwt het spel zo op dat ik hoge ballen krijg. Ik vind het dan ook vervelend wanneer hij er niet is. Verder denk ik dat je geluk nodig hebt. Had ik in mijn eerste wedstrijd tegen Ajax niet gescoord, dan had niemand ooit van Tom Beugelsdijk gehoord."


Familie
"Mijn moeder en ik lijken op elkaar. Ze maakt dezelfde harde grappen. Soms plaag ik haar, door te zeggen dat ik die humor niet van haar heb. Ze is belangrijk, net als mijn broer Michel, mijn beste vriend. Hij is zeven jaar ouder dan ik en doet alles voor me wat een vader ook zou doen. Hij nam me vroeger al overal mee naartoe. Vorig jaar zijn we samen naar Las Vegas geweest. Michel is goochelaar van beroep en komt altijd bij wedstrijden kijken, zelfs als ik uit tegen Cambuur moet. Voetballen kan hij niet, maar goochelen als de beste. Ik hoop dat hij me een truc leert, waarmee ik mijn teamgenoten gek kan maken."


Ouders
"Mijn ouders gingen niet goed samen en zijn uit elkaar gegaan toen ik heel klein was. Mijn broer heeft die tijd bewuster meegemaakt dan ik. Michel heeft af en toe nog contact met onze vader, maar ik niet. Ik denk dat hij wel iets van mijn leven meekrijgt. Misschien heeft mijn vader wel eens in het stadion gezeten. Hij is altijd welkom bij mijn wedstrijden, daar ben ik heel makkelijk in. Het leven is nu eenmaal zo gelopen. Later kreeg mijn moeder een nieuwe man, die tien jaar in haar leven is geweest. Ron heet-ie. Met hem verhuisden we naar Wateringse Veld, waar we acht jaar hebben gewoond. Ron heeft twee dochters, die om de weekenden bij ons logeerden. Hij en ik hebben nog steeds contact."


Rijswijk
"Ik woon samen met mijn moeder op de Escamplaan in Den Haag, maar ben nog steeds veel in Rijswijk te vinden. De plek is niet zo mooi, kijk maar naar winkelcentrum In De Bogaard, maar al mijn goede vrienden wonen er in de buurt. Na mijn trainingen kom ik bij ze thuis, gaan we poolen bij de Halve Maan of eten we een broodje hete kip bij Bij Oma in het winkelcentrum."  

 

Zelfstandig

"Het wordt tijd dat ik de deur uitga, ik ben wel klaar voor een eigen huisje. In Rijswijk denk ik, of Den Haag. Ik ga dan wel elke dag bij mijn moeder eten en neem mijn was mee, want die heeft ze ook een tijdje gedaan voor mijn broer, toen hij het huis uitging. In ruil daarvoor ben ik lief voor haar. Boodschappen doe ik  trouwens ook niet. Dat heb ik een keer gedaan, toen ben ik 1,5 uur weggeweest voor twee dingetjes. Mm, misschien wordt het toch een ramp."

 

Topsport
"Sommige dingen moet ik laten voor voetbal, maar dat geeft niet. Dit is van kleins af aan mijn droom geweest. Natuurlijk baal ik wel eens als mijn beste maatjes zaterdag  op stap gaan en ik de volgende dag een wedstrijd heb. Dan zeggen die gasten altijd dat ze het liefst met me zouden ruilen. Want ik sta de volgende dag weer op het  veld, het mooiste wat er is. Al helemaal als het publiek je naam roept. Daar doe je het toch voor."


Droom
"Mijn toekomst ligt bij ADO Den Haag of bij een team in het buitenland. In de Engelse of de Duitse competitie bijvoorbeeld, dat vind ik mooi. Ik denk dat ik geen heimwee zou krijgen, hoewel ik wel iemand ben die niet lang zonder familie en vrienden kan. Mijn moeder heeft het zwaar gehad en altijd keihard gewerkt, zo alleen met twee kinderen. En dat doet ze nu nog. Over tien jaar hoop ik dat ik tegen haar kan zeggen: "Mam, werk gewoon twee dagen minder, want je hebt het niet meer nodig. Dát is mijn droom."