support Casper
 
COMPETITIESTAND
      w g v p
1 WII 31 20 6 5 66
2 RJC 31 17 10 4 61
3 GRO 30 17 6 7 57
4 ADO 31 15 10 6 55
5 DOR 31 14 12 5 54
6 GRA 31 16 4 11 52
7 NAC 31 14 7 10 49
8 JAZ 31 13 7 11 46
9 EMM 30 12 6 12 42
10 CAM 31 12 6 13 42
11 VVV 31 11 9 11 42
12 HEL 31 11 8 12 41
13 MVV 31 11 7 13 40
14 EIN 31 8 14 9 38
15 JAJ 31 9 9 13 36
16 TOP 31 9 2 20 29
17 JPS 31 7 7 17 28
18 TEL 31 7 6 18 27
19 DBO 31 5 8 18 23
20 JUT 31 5 8 18 23
Prediction League
predictionleague
Bron van dit artikel
AD Haagsche Courant

Datum plaatsing: 19-03-2012 18:11:00

Op pad met The Elephant Man John Linford


Een middag op stap met John Linford, een van de grootste cultvoetballers ooit in de eredivisie. John Linford "Thuis ben ik echt een familieman. Maar ik kan natuurlijk niet altijd thuis zijn."


door Sjoerd Mossou

John Linford was een weekend lang terug in Nederland, voor een kleine rondreis langs de clubs en kroegen waar hij ooit een onuitwisbare indruk maakte. AD Sportwereld trok een middag lang op met de Engelsman, één van de grootste cultvoetballers in de geschiedenis van de eredivisie. "Bert van Marwijk zei nooit zoveel, maar ik stond altijd graag met hem aan de bar."


John Linford wil toch even iets rechtzetten. Alle krankzinnige verhalen die over hem de ronde doen, zijn tot op zekere hoogte waar, aldus de oud-voetballer, maar sommige zijn een beetje aangedikt. "Een tijdje geleden las ik dat ik na een wedstrijd ooit een keer in bad heb zitten poepen, met al mijn ploeggenoten erbij," vertelt Linford. "En dat ik toen gezegd zou hebben: 'kijk eens jongens, er zwemt een grappig bruin beestje in bad'."


John Linford vindt het een mooi verhaal, zeker, maar desondanks wil hij een kleine nuance aanbrengen. "Volgens mij heb ik dat van dat bruine beestje niet gezegd. Althans, ik kan me dat niet herinneren. Dat hebben ze er later bij verzonnen, denk ik."


John Linford lijkt nog steeds sprekend op John Linford. 54 jaar is hij inmiddels, maar zijn haardos is nog net zo woest en weelderig als in de jaren tachtig, toen hij furore maakte bij een lange reeks Nederlandse clubs. DS'79, ADO Den Haag, NAC, Fortuna Sittard, FC Utrecht en Go Ahead Eagles; allemaal maakten ze kennis met de rare fratsen van Linford. Een keiharde, klassiek Engelse spits met een voorliefde voor bier, vrouwen en vulgaire grappen.


Hij is het hele weekend lang terug in het voetballand waar hij beroemd werd. Veel beroemder althans dan in zijn thuisland, waar hij al een kleine twintig jaar een pub runt in zijn geboortestad Norwich. Linford  gaat nog altijd twee of drie weekenden per jaar naar Nederland, om met vrienden voetbal te kijken en kroegen af te struinen. "Thuis ben ik echt een familieman tegenwoordig." Minzaam lachend: "Maar ik kan natuurlijk niet altijd thuis zijn."


Vrijdag was Linford te gast bij Go Ahead Eagles - Willem II, zaterdag werd hij dronken en gelukkig in Sittard en op zondag zitten we samen bij ADO Den Haag - Ajax. De tweede helft is halverwege als Linford een wond laat zien aan zijn rechterhand. "Ik wilde mijn vrienden een glas water brengen gisternacht, na het stappen," aldus Linford. "Maar ik struikelde over de drempel van onze hotelkamer en viel languit naar binnen, met glas en al. Wel lachen."


Een bezoekje aan Sittard is vaste prik. Linford geldt bij Fortuna nog  altijd als clubheld en de eigenaar van café Schtad van Zitterd werd één van zijn beste vrienden. "Ik liep in 1985 dat café binnen en ben er altijd blijven komen," aldus Linford. "Als ik nu bij Fortuna kom, ken ik bijna niemand meer, op Tiny Ruys na. Maar in dat café is het als vanouds. Ja, daar slaan de mensen me nog wel op de schouders. In Sittard had ik mijn beste periode als speler."


Het was ook in die Sittardse kroeg dat Linford zijn bijnaam The Elephant Man verwierf. Dat zat zo: na elke gewonnen thuiswedstrijd ging Linford, tegen het eind van de avond, op de bar staan dansen. Trouw haalde hij dan altijd de binnenvoering uit zijn broekzakken - om vervolgens zijn leuter uit zijn gulp te hangen. "Look everybody," riep Linford dan. "I'm the Elephant Man!" Een verhaal dat in Sittard zo oneindig vaak is verteld, dat het bijna een cliché is. Linford, grinnikend: "Ik geloof wel dat dat allemaal waar gebeurd is, ja."


Bij Fortuna werd hij het populairst, maar bij elke club waar hij in Nederland speelde, verwierf hij een zekere cultstatus. Ook in Den Haag, waar hij de zondag doorbrengt op de eretribune, om daarna de binnenstad in te duiken. In het seizoen 1982/83 scoorde Linford hier 21 keer in 22 wedstrijden. "Ik weet nog dat ik in een kroeg in Scheveningen een keer die gozer tegenkwam die een tribune van het Zuiderpark in de fik had gestoken," aldus Linford. "Hij was er nog trots op ook, dus ik heb die idioot maar een biertje gegeven. Dat leek me het beste."


Overal heeft hij nog zijn contacten. Paul Bosvelt ('a great bloke') regelde zijn kaarten voor Go Ahead Eagles. Als Linford naar NAC wil, belt hij naar John Karelse of Hans van den Dungen. En toen hij ooit naar oudploeggenoot  Fons Groenendijk belde voor Ajax-kaartjes, bleef het eventjes stil aan de andere kant van de lijn.  "Ben je nog steeds zo knettergek, John," vroeg Groenendijk, destijds assistent in Amsterdam, die Linford al twintig jaar niet meer gezien of gesproken had.

Hij haalt met een glimlach zijn schouders op. Linford mag dan lichtelijk gestoord zijn, hij hangt ook weer niet voortdurend de clown uit, of de cabaretier. Zijn sterke verhalen vertelt hij met een zekere vanzelfsprekendheid, alsof hij ze tussen neus en lippen door aanhaalt.

Zoals over die keer dat hij een verdediger van NEC de tanden uit zijn mond sloeg, als speler van Fortuna. Linford zwaait zijn elleboog naar achteren, om het voorval te illustreren. "Ik raakte hem vol in zijn gezicht en direct daarna scoorde ik. Dus ik juichend wegrennen, weetjewel. Krijg ik ná de wedstrijd alsnog een rode kaart. Ik snap nog steeds niet hoe dat gegaan is, maar blijkbaar was er iemand van de voetbalbond die het had gezien."

Van de overtreding van Ali Boussaboun op Vurnon Anita, halverwege de eerste helft van ADO - Ajax, is Linford niet onder de indruk. "In mijn tijd was het f*cking hell niet eens geel geweest." En als Jody Lukoki ter aarde stort na te zijn geraakt door een voorwerp uit het publiek, schudt Linford geïrriteerd het hoofd. "Je mag supporters nooit het gevoel geven dat ze je pijn kunnen doen. Als ik vroeger iets tegen mijn kop kreeg gegooid, liep ik door alsof er niets was gebeurd.


FC Utrecht is de enige club waar Linford geen bekenden meer heeft. "Volgens mij is iedereen uit mijn tijd weg," zegt de spits, die in het seizoen 1988/89 in de Galgenwaard speelde. "Best gek. Als ik naar een wedstrijd van het Nederlands elftal wil, bel ik gewoon even naar Bert van Mar. Maar bij Utrecht zou ik niet weten hoe ik binnen moet komen."


Bert is Bert van Marwijk, met wie Linford in de jaargang 1986/87 samenspeelde bij Fortuna Sittard. "Bert was de kalme technicus, ik de houthakker met een grote bek. Maar ik mocht hem graag. Bert zei nooit zoveel, maar ik stond graag met hem aan de bar. Hij, Frans Thijssen en ik bleven altijd het langst hangen in het spelershome."

Over het spelershome gesproken, vraagt Linford: weten wij misschien waar in Den Haag het spelershome is? Voordat hij de stad induikt, lusten Linford en zijn vrienden eerst nog wel een biertje in het stadion. "Ik las in het programmaboekje dat Henk Fräser hier tegenwoordig assistent is. Die ga ik even opzoeken, want daar heb ik vroeger mooie duels mee uitgevochten. Hard tegen hard. Slaan en schoppen, maar na afloop even goede vrienden. Daar hou ik van. No bollocks."