support Casper
 
COMPETITIESTAND
      w g v p
1 WII 35 22 8 5 74
2 RJC 35 20 11 4 71
3 GRO 35 21 7 7 70
4 DOR 35 18 12 5 66
5 ADO 35 16 11 8 59
6 GRA 35 18 5 12 59
7 JAZ 35 15 7 13 52
8 NAC 35 14 9 12 51
9 MVV 35 14 8 13 50
10 EMM 35 14 6 15 48
11 HEL 35 13 8 14 47
12 CAM 35 13 6 16 45
13 VVV 35 12 9 14 45
14 JAJ 35 10 9 16 39
15 EIN 35 8 15 12 39
16 JPS 35 9 7 19 34
17 TEL 35 9 6 20 33
18 TOP 35 10 2 23 32
19 DBO 35 7 9 19 30
20 JUT 35 5 9 21 24
Prediction League
predictionleague
Bron van dit artikel
AD Haagsche Courant

Datum plaatsing: 25-08-2005 23:38:00

Het Haagse hart van Dojo Perazic


Hij was niet de beste voetballer uit de gouden periode van FC Den Haag, maar wel een 'onmisbare' schakel. Dojo Perazic, een Joegoslaaf met een Haags hart. Ook al woont hij reeds jaren in België. En nu is er 'zo maar' een boek over hem. Het wordt vanavond gepresenteerd, voor de wedstrijd ADO-Heerenveen.


door Jos Pak

Lang haar was de norm, midden jaren zeventig. Ook, of misschien wel juist bij voetballers in die tijd. Wapperende manen domineerden de velden. Uitzonderingen daargelaten natuurlijk. Wie de selectiefoto van FC Den Haag (seizoen '75-'76) hiernaast bekijkt blijft meteen 'hangen' bij die gespierde speler met de afgezakte kousen en de keurige scheiding in de al wat dunne haardos. Als 'beginnend' FC Den Haag-fan was Ernest Landheer gefascineerd door deze Dojo Perazic. Niet alleen vanwege diens kapsel, ook vanwegze zijn spel: sober, dienend, hard én technisch. "Hij oogde wat langzaam, maar was het niet. Een uitstekende balafpakker, had ook een prima pass."

Landheer ('Ik voetbalde bij Quick) was toen twaalf en kon toen – we schrijven het jaar 1974 – allerminst bevroeden dat hij ooit nog eens een boek zou schrijven over zijn voetbalidool van toen. Landheer werd journalist, werkte onder meer als correspondent in Zuid-Afrika en streek uiteindelijk neer in Zwitserland. En toen kruiste Perazic opeens weer zijn pad. Dojo, de voetballer van weleer die zijn brood inmiddels verdiende als taxi-chauffeur, werd trainer van FC Antwerp. Het voetbalblad Johan zag er wel een 'mooi' verhaal in en Landheer toog naar België om het op te tekenen. Tegen de tijd dat het mee zou gaan, was Perazic echter al weer ontslagen en 'Johan' een stuk minder geïnteresseerd. Daarmee leek de kous af, maar de festiviteiten rond het 100-jarig bestaan van ADO Den Haag voedden de gedachten aan een boek. Huidig elftalleider en Hyundai-dealer Didi Vathauer, boezemvriend van wijlen Aad Mansveld én Perazic, wilde er wel geld in steken en daarmee kreeg het boek plots vaste vorm. Landheer en Perazic zaten een week lang uren met elkaar te praten, regelmatig van eten en drinken voorzien door Svetlana, al 34 jaar de vrouw van Dojo. "Hij bleek nog dozen vol krantenknipsels en ander materiaal over die tijd bij FC Den Haag te hebben. Zo waren er aanknopingspunten genoeg." En werd het beeld steeds completer. Het resulteerde uiteindelijk in een boek van dik honderd pagina's dat vooral Perazic' band met trainer Boskov (de man die hij al goed kende uit zijn Joegoslavische jaren) Aad Mansveld, de club en de stad Den Haag bevestigt. Met warme woorden schetst hij de kwaliteiten van zijn teamgenoten ('Met Ton Thie was het Nederlands elftal in 1974 wereldkampioen geworden!') en de inburgering in zijn nieuwe 'vaderland'. Het biedt behalve zijn levensverhaal bovenal een blik achter de schermen. Misschien wel zijn hoogtepunt: de hand van prins Claus na het winnen van de KNVB-beker in 1975. "Het praatje duurt niet lang. Mijn hoofd viert feest, maar ik ben tevens onder de indruk van prins Claus. Niks poespas, gewoon normaal doen."

Sprong

Landheer: "Achteraf zegt Dojo dat hij nooit uit Den Haag weg had moeten gaan. Hij heeft er zijn mooiste jaren beleefd."

Perazic kreeg na vier jaar geen contract meer bij FC Den Haag en koos voor een Belgisch avontuur. "Hij kon bij een vierdeklasser aan de slag en kreeg daar een woning en een auto. Hij dacht: ik werk me daar wel langzaam omhoog als trainer. Die sprong heeft hij nooit kunnen maken." Aardige afsluiter van het boek vormt het hoofdstuk over zijn voormalige ploeggenoten. Hoe is het hen vergaan en wat doen ze nu? Van Martin Jol is dat genoegzaam bekend, maar hoe zit dat met jongens als Peter Landers en Rob Monnee?