Bron van dit artikel


Datum plaatsing: 24-08-2009 21:10:00

Bogdan Milic 'de Nieuwe Koller'

Boomlange ADO-uitblinker Bogdan Milic: „Ik hoop dat ik zo goed kan worden”

door MIKE VERWEIJ

 

Bogdan Milic zorgde na afloop van Vitesse-ADO Den Haag (1-3) voor een komisch tafereel in de catacomben van Gelredome. De verslaggever van de lokale Haagse radio stond bij elk antwoord van de Montenegrijn te wippen op zijn tenen om de microfoon voor de mond van de 2,01 meter lange spits te kunnen houden. Om een heel andere reden had Milic daarvoor al een grote glimlach op het gezicht van zijn trainer Raymond Atteveld getoverd. „Hij heeft ons een fantastische dienst bewezen”, doelde de coach op de 0-1 van zijn pupil en de manier waarop hij de weg vrijmaakte voor de 0-3.

 

Na de openingstreffer met links – in de achttiende minuut – spurtte de 21-jarige naar Atteveld toe. „Om hem te bedanken voor mijn basisplaats”, zei de loeisterke hoofdrolspeler, die vorig jaar werd aangetrokken en tot tien optredens in de hoofdmacht kwam. „Ik had er tot vrijdag geen moment op gerekend dat ik zou starten. Het ging niet goed op de training. Ik was ontevreden, ben ook nog niet helemaal fit en had me eigenlijk al bij een reserverol neergelegd. Totdat ik opeens een geel hesje kreeg. Op dat moment wist ik hoe ik een doelpunt zou vieren.”

Atteveld zelf sprak van een psychologisch spelletje. „Bogdan is jong en kwam net terug van een vervelende hielblessure. Maandag in Jong ADO was hij zich duidelijk aan het sparen, voetbalde hij niet eens op zeventig procent. De dag daarna heb ik hem bij me geroepen en faliekant op zijn flikker gegeven.” Daarbij werd de trainer geholpen. „Aleksandar Rankovic voelt dit soort situaties feilloos aan en heeft hem in een persoonlijk gesprek ook nog even op scherp gezet.”

In Arnhem sprong Milic niet alleen door zijn postuur, maar vooral door zijn spel in het oog. „Vond u me goed? Dank u”, bleef hij de bescheidenheid zelve. „Bogdan heeft alles om een goede spits te worden”, vond Atteveld. „Ik kan goed een bal afschermen, kan aardig koppen, ben vaak aanspeelbaar en scoor makkelijk”, antwoordde hij met frisse tegenzin, nadat hem naar zijn sterke punten werd gevraagd. „Mijn ploeggenoten noemen me voor de grap al de nieuwe Jan Koller, de spits van Tsjechië. Ik hoop dat ik zo goed kan worden.”

Belangrijker nog dan zijn persoonlijke ontwikkeling vindt hij de toekomst van ADO Den Haag. „Na één punt uit drie wedstrijden was iedereen een beetje somber, maar ook gretig. Het was duidelijk dat wij vaster van plan waren om te winnen dan Vitesse, want vanaf de eerste minuut waren wij scherper.” De tactiek klopte, vond hij. „Vitesse heeft veel kwaliteit en doordat wij vroeg druk zetten, moesten zij snel de lange bal hanteren.” Daar wist de thuisclub zich geen raad mee. Maar die had ook geen ’Jan Koller’. „Als we de komende wedstrijd bij RKC zouden winnen, staan we er redelijk goed voor en kunnen we voorzichtig naar boven kijken.” Net als de arme verslaggever van de lokale radio. Maar dan anders.