support Casper
 
COMPETITIESTAND
      w g v p
1 WII 31 20 6 5 66
2 RJC 31 17 10 4 61
3 GRO 30 17 6 7 57
4 ADO 31 15 10 6 55
5 DOR 31 14 12 5 54
6 GRA 31 16 4 11 52
7 NAC 31 14 7 10 49
8 JAZ 31 13 7 11 46
9 EMM 30 12 6 12 42
10 CAM 31 12 6 13 42
11 VVV 31 11 9 11 42
12 HEL 31 11 8 12 41
13 MVV 31 11 7 13 40
14 EIN 31 8 14 9 38
15 JAJ 31 9 9 13 36
16 TOP 31 9 2 20 29
17 JPS 31 7 7 17 28
18 TEL 31 7 6 18 27
19 DBO 31 5 8 18 23
20 JUT 31 5 8 18 23
Prediction League
predictionleague
Bron van dit artikel
 ADOfans.nl

Datum plaatsing: 04-05-2003 23:05:00

Gerrit Vreken: Onbegrepen en gebrandmerkt


Hij komt nog twee keer per jaar in Nederland. In het najaar om bloembollen te kopen en in het voorjaar om de pracht en praal van de Keukenhof te aanschouwen


Maar verder heeft Gerrit Vreken - oud-speler van ADO - het wel gehad met zijn vaderland, waar hij voor altijd gebrandmerkt is vanwege zijn sympathiserend lidmaatschap van de NSB tijdens de Tweede Wereldoorlog. Monoloog van een onbegrepen en veelbesproken voetballer in ruste, die zijn dagen al een halve eeuw in Frankrijk slijt.

"In 1942 werkte ik bij Van Heem, een radiozaak. Ik stond bij een machine te kijken, toen de portier naar me toekwam. 'Kun je even met me meegaan?', vroeg hij. Ik mee. Zegt hij opeens: je hebt nog tien dagen de tijd, dan word je naar Duitsland gestuurd. Leuk, als je zoiets hoort. Ik vroeg hem natuurlijk waarom. Ze hadden mensen nodig in de fabrieken, vertelde hij me. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ik zei alleen dat ik het mijn ouders zou vertellen.

Mijn ouders zeiden: als het moet, dan moet het. We hebben ook gedacht aan onderduiken. 'Maar als ze me vinden schieten ze me dood', reageerde ik. Ik had al gehoord dat het weleens mis was gegaan met onderduikers. Want er zijn altijd verraders bij, hè. Ik had kunnen onderduiken bij boer Pasman, waar ik elk jaar op vakantie kwam. Hij wilde ook voor me zorgen, maar er werden steeds vaker mensen opgepakt. En om het die mensen nou lastig te maken? Ik moest toch ook aan hen denken?
Op een gegeven moment kwam ik een ADO-supporter tegen. Ik wil zijn naam niet noemen, maar hij was een NSB'er. Hij vroeg me of het waar was dat ik naar Duitsland moest, wist er op de één of andere manier al van. Ik zei dat het klopte. Toen vroeg hij me of ik per se in Nederland wilde blijven. Natuurlijk, zei ik. Maar niet als onderduiker. Hij zei: kom morgen maar terug. Er was volgens hem één oplossing; als ik de Arbeidsdienst zou ingaan.

Ik heb daar vervolgens met mijn ouders over gesproken. De Arbeidsdienst was een Nederlandse instelling onder de hoede van de Duitsers. Er is nooit over een lidmaatschap van de NSB gepraat. Wat moet je dan doen? Als ik naar Duitsland zou gaan, kon ik niet voetballen. Dan zouden mijn ouders, die helemaal niet aan de NSB-kant stonden, me ook niet meer zien. In de Arbeidsdienst kon ik één keer per week naar huis.

Het enige wat je bij de Arbeidsdienst had, was een schop. We werkten buiten - daar hield ik toch al van - en maakten grond productief. Zorgden ervoor dat mensen konden eten. Er werd nooit over joden gesproken, ik zag er geen kwaad in. Je werd wel verplicht sympathiserend lid te worden van de NSB, maar dat was van tevoren niet zo bepaald. Die wet werd ingevoerd toen ik er al twee jaar werkte.

Een sympathiserend lid mocht geen speldje van de NSB dragen. Wel een ander speldje met een of ander Germaans teken. Ik kon gedurende mijn tijd in de Arbeidsdienst gewoon doorgaan met voetballen, omdat de grote man van het kamp een Hagenaar was en een fan van ADO. Hij was een NSB'er, maar wel een sympathieke knaap. Dankzij hem kon ik blijven voetballen. Mijn collega's bij ADO wisten allemaal dat ik in de Arbeidsdienst zat. Ik heb het hen ook uitgelegd, ik moest een keuze maken.

In 1944 kwam ik op straat te staan. De Arbeidsdienst bestond niet meer. Ik werd na de oorlog meegenomen, zat drie weken in de Ambachtsschool vast met NSB'ers. Maar ik zat in de Arbeidsdienst, was helemaal geen NSB'er. Na drie weken werd ik verhoord, toen heb ik alles uitgelegd. Ze dachten dat ik lid was van de NSB. Na afloop van het gesprek zeiden ze: 'Pak uw spullen maar. U bent vrij'.

Ik mocht tien jaar niet stemmen, dat interesseerde me echter niets. Ik stem nooit. Nee, ik wist niet dat ik door ADO was geschorst. Toen een vriend uit Monaco me belde en zei dat ik er maar eens een proefwedstrijd moest gaan spelen, ben ik direct weggegaan. Ik werd hier aangezien voor NSB'er. Dat pikte ik niet. Mijn ouders hadden er ook last van. Werd er tegen ze gezegd: 'hé, is die zoon van jullie, die NSB'er, alweer terug?'

Ik heb me nooit schuldig gevoeld. Waarom? Ik kon geen andere oplossing vinden dan wat ik gedaan heb. Ik moest wel. Ik heb het nu nog moeilijk met de situatie. Waar ik het meeste verdriet van heb? Dat ik zo slecht begrepen ben."

Zie ook de ander artikelen:
 

EEN BESCHULDIGING DIE 'NERGENS NAAR LIJKT"
HET SYMPATHISERENDE NSB-LID: EEN LICHT GEVAL
Prima reclame voor de NSB-partijbonzen
DE ZUIVERINGSCOMMISSIE STELT ORDE OP ZAKEN