support Casper
 
COMPETITIESTAND
      w g v p
1 WII 31 20 6 5 66
2 RJC 31 17 10 4 61
3 GRO 30 17 6 7 57
4 ADO 31 15 10 6 55
5 DOR 31 14 12 5 54
6 GRA 31 16 4 11 52
7 NAC 31 14 7 10 49
8 JAZ 31 13 7 11 46
9 EMM 30 12 6 12 42
10 CAM 31 12 6 13 42
11 VVV 31 11 9 11 42
12 HEL 31 11 8 12 41
13 MVV 31 11 7 13 40
14 EIN 31 8 14 9 38
15 JAJ 31 9 9 13 36
16 TOP 31 9 2 20 29
17 JPS 31 7 7 17 28
18 TEL 31 7 6 18 27
19 DBO 31 5 8 18 23
20 JUT 31 5 8 18 23
Prediction League
predictionleague
Bron van dit artikel
vi.nl

Datum plaatsing: 21-01-2008 18:40:00

'Karel Jansen, rode rakker en godfather'



column: Johan Derksen

Karel Jansen is dood. Hij overleed op 8 januari en werd 82 jaar. Ik kan het me nauwelijks voorstellen, want Karel was er eigenlijk altijd. Als kwajongen, in de jaren vijftig, spaarde ik voetbalplaatjes die toen nog zonder het geleuter over portretrechten bij allerlei artikelen cadeau werden gedaan. Karel Jansen van ADO zat in mijn collectie. In 1966 tekende ik mijn eerste contract bij Go Ahead. Op de eerste salarisstrook zag ik dat de contributie voor de VVCS, de Vereniging Voor Contract Spelers, werd ingehouden. Even later kwam Karel de nieuwe contractspelers persoonlijk uitleggen waarom het zo belangrijk was lid te zijn van de vakbond. Als voetballers hadden we in die tijd helemaal niets te vertellen. Als je contract afliep, beschikte de club nog vijf jaar over je transferrechten. Je was een lijfeigene, de club bepaalde alles. Later, als modale voetballer, maakte ik Karel mee tijdens de regionale bijeenkomsten van de VVCS. Dan reed hij op een doordeweekse avond van Den Haag naar Groningen om de spelers van Heerenveen, SC Cambuur, Veendam en GVAV uit te leggen wat hun rechten en plichten waren.

Karel was een gedreven man, altijd even gepassioneerd. Als er een probleem was, belde ik Karel die meestal zelf de telefoon opnam. Later, toen ik journalist was, organiseerden we samen bijeenkomsten die nu mediatraining genoemd zouden worden. Ik had bijna dagelijks met hem te maken als godfather van de VVCS, als lid van het sectiebestuur betaald voetbal in Zeist en de laatste jaren als onbezoldigd official van ADO Den Haag. Het zal wennen worden zonder Karel, al ging hij een paar jaar geleden al een beetje dood. Het overlijden van zijn vrouw, Willie Johanna Pabst, met wie hij zijn dierbare VVCS runde, is hij nooit te boven gekomen.

Karel Jansen (22 oktober 1925) groeide op in een socialistisch gezin in de zeer Haagse Fahrenheitstraat en Gouverneurlaan. Zijn vader was ongeschoold arbeider en moest negen kinderen grootbrengen, zeven jongens en twee meisjes. Het gezin kende klassieke armoede, maar alle jongens voetbalden bij buurtvereniging OBK en later, toen ze voor zichzelf konden zorgen, voor VIOS. De hoofdonderwijzer vond dat Karel naar de middelbare school moest, maar dat kon vader Jansen niet financieren. Lid worden van een echte voetbalclub zat er ook niet in, maar de eigenaar van de buurtwinkel ontdekte Karel op straat en maakte hem lid van VIOS. Hij betaalde tevens de eerste voetbalschoenen en het groen-witte shirt. Op vijftienjarige leeftijd debuteerde Karel in het eerste elftal in de Tweede Klasse. Hij was een energieke middenvelder, tweebenig, al speelde hij aan de linkerkant. Hij wilde automonteur worden, maar de oorlog voorkwam dat. Vlak na de oorlog werd hij als militair in het Engelse Petersfield gelegerd. Daar nam zijn voetbalpassie alleen maar toe, doordat hij iedere zaterdag een wedstrijd bezocht.

Terug in Den Haag werd hij benaderd door ADO. Karel werd waterdrager voor de lokale helden Theo Timmermans, Carol Schuurman en Mick Clavan. Voor een overwinning ontving hij 25 gulden, voor een training incasseerde hij een rijksdaalder en bij verlies kreeg hij niets. In 1957 promoveerde hij met ADO naar de Eredivisie, met trainer Rinus Loof, keeper Frans Kok en de spelers Jan van der Meer, Lex Rijnvis en Gerrit Vreken. Karel speelde in de schaduw van de gearriveerde vedetten, maar haalde toch nog drie keer het voorlopig Nederlands elftal met Cor van der Gijp, André Roosenburg, Roel Wiersma en Jan Klaassens. Toen de jaren begonnen te tellen voor de ADO-aanvoerder, zette hij zijn voetballoopbaan in 1959 voort bij het Delftse DHC. Daar speelde Karel drie jaar met de van Feyenoord gekomen linksbuiten Daan den Bleijker, de voormalige Sparta-spits Wim van der Gijp, de jeugdige Piet van Miert en keeper Piet Lagarde. Later zou Karel ook nog twee jaar als manager in dienst zijn van DHC, al sloot hij zijn actieve carrière af bij Holland Sport.

In die periode was Karel ook al actief voor de VVCS. Het voetbal werd geregeerd vanuit Den Haag, waar de KNVB zetelde. Als aanvoerder van ADO had hij ooit het contract van zijn medespeler Theo Timmermans bij Olympique Nîmes gezien. Dat was een volwassen arbeidsovereenkomst, waardoor de werknemer ook rechten had. Dat wilde hij ook in Nederland realiseren. Omdat Karel dat in Den Haag en omgeving van de daken schreeuwde, besloot de KNVB tot het samenstellen van een belangencommissie waarin de aanvoerders van de clubs uit de Eredivisie zitting namen. Tijdens de eerste vergadering in Hotel Terminus werd Karel door zijn collega's als woordvoerder aangewezen. Op 1 januari 1961 resulteerde dat in de oprichting van de VVCS. Theo Timmermans was de eerste voorzitter, Gerard Kerkum werd zijn opvolger. Behalve Karel maakten Arend van der Wel, Roel Wiersma, Cor Brom, Andries van Dijk en de jurist mr. Jimmy Janssen van Raay deel uit van het bestuur. Karel was nog contractspeler bij DHC, werkte als directie-chauffeur voor Philips Telecommunicatie en runde als secretaris-penningmeester de VVCS vanuit een driekamerflat in Rijswijk. Op de slaapkamer van zijn zonen Rob en Karel junior stond een klein bureau. Dat was het hoofdkantoor van de spelersvakbond.

De KNVB werkte eigenlijk louter tegen. Alleen secretaris/penningmeester Lo Brunt was voor de oprichting van de VVCS. Karel wist van het eenzijdige voetbalcontract een arbeidsovereenkomst te maken, waardoor er een pakket sociale voorzieningen voor de spelers werd gerealiseerd. Later kregen die spelers ook medezeggenschap. Zij kregen twee kwaliteitszetels in het sectiebestuur betaald voetbal. De KNVB-bobo’s Jacques Hogewoning en Dé Stoop verzetten zich heftig, maar minister Harry van Doorn las deze officials tijdens een historische vergadering op ongenadige wijze de les. Later werd de medezeggenschap omgezet in de Centrale Spelersraad. In 1981 nam Karel zelf zitting in het sectiebestuur betaald voetbal. Hij was tevens actief in de Oranje Raad, omdat hij van mening was dat de spelers de belangrijkste partij vormden in het betaalde voetbal.

Als volwaardig lid van de FNV runden Karel en zijn vrouw de VVCS jaren vanuit een pand aan de Haagse Laan van Meerdervoort. Het gezin woonde boven, de chaotische benedenverdieping was het kloppend hart van de spelersvakbond. Karel verdiende een modaal salaris, zijn vrouw werkte voor een onkostenvergoeding en later trad zoon Rob voor een minimumloon in dienst. Karel realiseerde het onmogelijke. Hij zorgde ervoor dat de feodale bestuursleden de voetbalprof niet langer als een slaaf behandelden, maar als een volwaardige gesprekpartner. Het transfersysteem werd aangepast en als pensioenregeling werd het CFK-fonds opgericht.

Karel was nog zo’n ouderwetse rode rakker die louter voor zijn idealen streed. Zoon Rob zag als VVCS-medewerker dat allerlei voetbalmakelaars, met wie hij dagelijks te maken had, heel gemakkelijk het grote geld opstreken. Als realist koos hij voor de commercie. Sindsdien is hij, met zijn broer Karel junior als rechterhand, succesvol met Sport Promotion. Karel had daar moeite mee, al kon hij er wel begrip voor opbrengen. Hij kwam hierdoor wel in conflict met zijn opvolgers bij de VVCS. Intussen bleef Karel als lid van het sectiebestuur betaald voetbal betrokken bij belangrijke beslissingen. Tijdens het bewind van voorzitter Jos Staatsen was Karel de man die binnen het bestuur de komst van Johan Cruijff als bondscoach tegenhield. Op zeventigjarige leeftijd moest hij zijn functie met tegenzin opgeven. Die leeftijdsgrens vond hij belachelijk. Sindsdien maakte hij zich achter de schermen verdienstelijk voor ADO Den Haag. De voetballerij zal nu verder moeten zonder Karel Jansen. En dat zal niet meevallen.