support Casper
 
COMPETITIESTAND
      w g v p
1 WII 31 20 6 5 66
2 RJC 31 17 10 4 61
3 GRO 30 17 6 7 57
4 ADO 31 15 10 6 55
5 DOR 31 14 12 5 54
6 GRA 31 16 4 11 52
7 NAC 31 14 7 10 49
8 JAZ 31 13 7 11 46
9 EMM 30 12 6 12 42
10 CAM 31 12 6 13 42
11 VVV 31 11 9 11 42
12 HEL 31 11 8 12 41
13 MVV 31 11 7 13 40
14 EIN 31 8 14 9 38
15 JAJ 31 9 9 13 36
16 TOP 31 9 2 20 29
17 JPS 31 7 7 17 28
18 TEL 31 7 6 18 27
19 DBO 31 5 8 18 23
20 JUT 31 5 8 18 23
Prediction League
predictionleague
Bron van dit artikel
Haagsche Courant

Datum plaatsing: 29-01-2005 22:30:00

Pieter den Dulk en de roerige jaren tachtig


Pieter den Dulk, nu 61 jaar, maakte als voorzitter de roerige jaren tachtig mee. Hij kijkt niet om in wrok


door Peter van de Stadt

 

Pieter den Dulk, voorzitter van 1979 tot 1985 en bestuurslid tot 1989 heeft van de club leren houden. Voor hij werd benaderd om voorzitter van FC Den Haag te worden, had hij nog nooit een voet in het Zuiderparkstadion gezet. “Ik was 36 jaar toen ik voorzitter werd, toen geloof ik de jongste van Nederland. Er ging een wereld voor mij open. Opeens zat ik als afgevaardigde van het betaalde voetbal in Zeist tussen de voorzitters van Ajax, PSV en Feyenoord. En vergis je niet hoor: FC Den Haag telde in die jaren echt mee, maar zat ook aan het plafond van haar mogelijkheden, sportief én financieel. Ik vond het niet realistisch dat FC Den Haag de top kon halen. Trainer Piet de Visser was het daar niet mee eens en vertrok. Ik had dus al heel snel mijn vuurdoop.”

 

 

Ik werd direct met de onvrede van de supporters geconfronteerd, die de mindere prestaties niet pikten. Dat kwam, na de glorietijd in de Europa Cup in 1976, hard aan. Er werden wedstrijden gestaakt. Als ik dat met vergelijk met nu, dan krab ik mij wel eens op het hoofd. Nu worden er duels gestaakt omdat er spreekkoren zijn. In 1982 voerde de Mobiele Eenheid op de tribune charges te paard uit, met geheven wapenstok. En wij probeerden de wedstrijd toch nog door te laten gaan.”

 

“De harde kern van de supporters, The Hague City, zag niet in dat de ambities moesten worden bijgesteld. Naar mijn gevoel leefde de club echter, toen ik voorzitter werd, eigenlijk al een beetje boven haar stand. We kwamen in een spiraal terecht. Ieder jaar was er wel wat met de supporters. Met de tribunebrand als triest dieptepunt.

 

Ze hebben in die jaren niet alleen ruiten bij mijn kantoor in Den Haag ingegooid, maar ook bij mij thuis, waar mijn vrouw en twee kinderen ontzettend mee geconfronteerd werden. Ik moest even onderduiken. Ik kreeg zelfs bewaking voor m’n deur. Nee, ik heb geen moment gedacht aan aftreden.

 

“Toch is er een moment geweest dat het voortbestaan van de club op het spel stond, kort na de tribunebrand in 1982. We hadden een nachtelijke crisisvergadering, met het bestuur en de gemeente. Nee, zelf dacht ik niet aan opheffen. Ik weet nog wel goed dat ik ‘s nachts werd gebeld door zo’n jongen om te zeggen dat de tribune in de fik ging. Ik had nog zoiets van: ‘Dat zullen ze toch niet bij hun eigen club doen?’ De vijf knapen die het gedaan hadden, zijn later allemaal opgepakt en veroordeeld tot forse straffen.”

 

“Gelukkig was ook de gemeente Den Haag, die ons in de persoon van wethouder Piet Vink altijd ondubbelzinnig heeft gesteund, van mening dat we door moesten gaan. Naar mijn gevoel is het in die jaren daarna, toen ik nog voorzitter was, rustig gebleven. Onder Rob Baan keerden we terug in de eredivisie. Maar ook na 1984 bleven de financiële problemen terugkomen. Dé Stoop was toen de reddende engel. Ik heb hem in het seizoen 1984-1985 bij FC Den Haag als voorzitter binnengehaald. Hij heeft veel geld in de club gestopt. Ik ben nog enige tijd vice-voorzitter geweest onder Stoop. Prima vent. Ik heb nog steeds contact met hem. Zo krijg ik elk jaar een kerstkaart van hem waar steevast een staatslot in zit. Typisch Stoop.”

 

“Met Aad Mansveld heb ik ook altijd een hele goede band gehad. Tot aan zijn dood toe. Aad vond het geloof ik zielig voor mij. ‘Waar heb je jezelf in gestort’, zei hij wel eens tegen me.”

 

“Ik draag de club nog steeds een warm hart toe. Het is mij als voorzitter alleen niet gelukt om de club terug te brengen op het niveau waar het eigenlijk hoorde. Nee, ik heb niet het gevoel dat ik heb gefaald. En het was niet alleen maar kommer en kwel. Zoals mijn vrouw het zei: ‘We hebben toch ook leuke dingen meegemaakt.’ En zo is het.”