FC Den Haag is te angstig

Voor FC Den Haag breken benauwde tijden aan na de 1-0 nederlaag in en tegen FC Den Bosch. De Brabantse club daarentegen kan weer even ademhalen

FC Den Bosch won voor het eerst in 1988 een competitieduel en daar is alles mee gezegd. De subtopper van weleer liet in de lege de Vliert zien, dat de nederlagen van de laatste weken geen toeval zijn geweest. Alleen omdat tegenstander Den Haag niets durfde, bleef de ploeg van trainer De Jong op de been.

Den Haag ondernam nimmer een poging de kwetsbare tegenstander onder druk te zetten. Het vasthouden van de nul stond bij de mannen van Pim van der Mewent voorop. Voor die negatieve instelling werden ze negentien minuten voor tijd bestraft met een gave treffer van de Bossche invaller Beukers.

De kans die Beukers met een fraaie kopbal verzilverde, was een van de spaarzame, die de thuisclub zich wist te scheppen. Eerder had middenvelder Krüzen tweemaal naast gekopt en Aichorn in een kansrijke positie onzuiver geschoten. Daarmee was de koek op ook al doordat de Bosschenaren zich geen raad wisten met de behoudende speelwijze van Den Haag. Aan de andere zijde maakten de Zuiderparkers het de licht geblesseerde doelman Jan van Grinsven (gescheurde pees in de rechterhand) nimmer moeilijk.


Tot de treffer van Beukers dook alleen De Roode gevaarlijk voor het doel op. Hij schoot over. Nadat de 1-0 op het score-bord was gekomen probeerde FC Den Haag het uiteraard wel, maar toen ontbraken de kracht en de overtuiging bij de degradatie-kandidaat, die in dit povere duel het loon van de angst gepresenteerd kreeg.