ADO Den Haag gaat tot het uiterste bij Sillah

Voetbalclub voelt zich bedrogen door Sillah en overweegt verdere juridische stappen

ADO Den Haag overweegt de gang naar de burgerrechter in de ’zaak-Sillah’. De club verloor de arbitragezaak van de KNVB om de arbeidsovereenkomst met de Gambiaanse voetballer Ebrima Sillah rechtsgeldig te krijgen.

ADO dacht begin maart een driejarig akkoord te hebben gesloten met de aanvaller, die na zijn jawoord echter van een deal niets meer wilde weten. Zaakwaarnemer Edwin Gorter, die Sillah bijstond in de onderhandelingen met ADO, was ook opeens niet meer zijn belangenbehartiger.

ADO is verbolgen. Algemeen directeur Robert Langenbach: „Ik ga met onze advocaat aan de slag om dit tot op de bodem uit te zoeken. Ik wil tot het uiterste gaan om ons gelijk te halen, want meneer Sillah heeft onder ede gelogen. Er was wel degelijk een jawoord, maar de heren van de commissie geloven hem wel en drie leden van ADO alsmede Edwin Gorter niet. Dat mag ik als een grove belediging beschouwen.’’

Sillah zelf verklaarde in juni voor de arbitragecommissie van de KNVB dat er nooit sprake is geweest van een deal. „We hebben alleen een glaasje gedronken, maar dat had niets te betekenen.’’

Namens ADO Den Haag verklaarden Langenbach, technisch directeur Rob Baan en trainer Frans Adelaar dat er wel degelijk een jawoord was en dat er specifiek over een aantal dingen was gesproken, zoals over huisvesting, salaris, trainingen en vervoer. Ook Edwin Gorter legde eenzelfde verklaring af, maar de arbitragecommissie hechtte meer waarde aan de woorden van de Afrikaan, die zich een aantal dingen plotseling niet meer kon herinneren. Belangrijkste argument om Sillah in het gelijk te stellen was het ontbreken van een licentie van Gorter. Die had volgens de wet niet mogen optreden als belangbehartiger van de voetballer. Gorter is in dienst bij Ploegsma BV, waar alleen Kees Ploegsma een licentie bezit. Een normale gang van zaken in de voetballerij. „Dat geeft weer eens aan hoe ver deze mensen van de commissie afstaan van de voetbalwereld, nee, eigenlijk van de hele realiteit,’’ is Langenbach furieus.

Zelfs als Gorter er niet bij was geweest, was er in de ogen van Langenbach sprake een ’deal’. „Het was zijn jawoord en vervolgens een toost. Een duidelijke toost. Zoiets verzin je niet met vier mensen bij elkaar. Een stelletje amateurs zijn het bij de arbitragecommissie. Het wordt hoog tijd dat de KNVB maatregelen neemt, want nu is de club de dupe van zo’n leugenaar. Dit is triest, héél triest.’’